GARDEREN – De brandweer: wie of wat is dat eigenlijk? Dick van de Beek weet het haarfijn uit te leggen. Hij is al 23 jaar bij de vrijwillige brandweer, waarvan tien jaar ploegcommandant van het brandweerkorps Garderen. ‘’De brandweer is een organisatie die voor 80 procent uit vrijwilligers bestaat. Stuk voor stuk mensen die gedreven zijn om goede zorg neer te zetten en dat is eigenlijk onbetaalbaar. In de grote steden wordt de brandweer wel gerund door beroepsmensen, maar dat kan ook niet anders. Wij rukken hier in Garderen gemiddeld zo’n twee keer per week uit, terwijl dat in de grote steden twee á drie keer per dag is. Dat is onmogelijk voor vrijwilligers, ’’ vertelt hij. Het brandweerkorps van Garderen bestaat uit zeventien zeer gedreven mannen. De voornaamste voorwaarde om deel te mogen nemen aan dit korps is dat ze moeten wonen en werken in Garderen of omgeving want het kan zo maar gebeuren dat je van het ene op het andere moment opgeroepen wordt. En o ja, je moet ook nog ‘even’ een drie-jarige opleiding volgen. Een opleiding die overigens wel gelijk staat met de opleiding die beroeps brandweerlieden volgen. Als brandweerman moet je van alle markten op het calamiteitenfront thuis zijn en de daarbij behorende vaak levensreddende handelingen kunnen uitvoeren. In de opleiding komen al deze facetten aan bod, evenals bijvoorbeeld kennis over gevaarlijke stoffen en algemene hulpverlening. Korps Garderen verzorgt de dorpskernen Garderen en een gedeelte van Kootwijk en Speuld. De baanvakken van de A1 en de spoorlijn tussen Kootwijk en Voorthuizen vallen hier ook onder, plus de daaromheen liggende natuurgebieden.
Het brandweerkorps van Garderen bestaat voor het grootste deel uit zelfstandig ondernemers, weet toekomstig commandant Peter Bok. ,,We hebben onder andere een slager, zzp-ers, een smid en een agrariër.’’ Het ligt een beetje voor de hand dat zelfstandige ondernemers makkelijker hun werk kunnen laten vallen om hulp te bieden dan iemand die eerst toestemming aan zijn werkgever moet vragen, maar volgens Bok zijn in de meeste gevallen de mensen binnen een uur weer terug op het werk. ‘’Ik heb zelf een bungalowpark en het gebeurt wel eens dat ik mensen sta in te checken als er een melding komt. Dan hebben ze pech, maar dan ben ik weg. Maar er is niemand die me daar later op aanspreekt’’, lacht Bok. Waar komt de gedrevenheid om je bij de vrijwillige Brandweer aan te sluiten vandaan? Volgens van de Beek en Bok is het de drang om iets voor de maatschappij te willen betekenen. Van de Beek: ‘’Je moet het zien als een hobby, en die kost nu eenmaal tijd. Er zijn in het korps niet veel collega’s die er een tweede grote hobby op na houden.’’
En dan gaat de pieper bij zeventien mensen in Garderen. Wat gebeurt er dan? Van de Beek: ‘’Iedereen komt meteen naar de kazerne, waar we allemaal ons eigen kastje en pak hebben, wat we uiteraard meteen aantrekken. Niemand weet op dat moment nog wat er aan de hand is. Het kan van alles zijn. ‘’ Bok valt hem bij: ‘’ Dat is een stukje spanning. Als we komen, weten we nergens van, je weet van te voren niet wat je gaat doen. ‘’ De centralist die de melding per telefoon heeft aangenomen, typt meteen alles wat hij hoort van de persoon aan de andere kant van de lijn in het systeem en deze tekst wordt meteen in de brandweerauto op een scherm ontvangen. Bok: ‘’het is heel divers. Het kan een omgevallen boom zijn, auto’s over de kop, waarbij je de bestuurders moet bevrijden, dieren op de weg, een woning- of schoorsteenbrand, je weet het niet.’’ Van de Beek vult aan: ‘’Wij kunnen uiteraard ook reanimeren. Doet een ambulance er hier in deze regio 10 tot 12 minuten over om te komen, wij zijn er in 2 á 3 minuten en dat is bij een hartstilstand heel belangrijk.’’ Het ligt voor de hand dat de brandweerlieden na het volbrengen van hun taak, waarbij ze soms hartverscheurende taferelen hebben meegemaakt, nazorg nodig hebben. ‘’Hang je pak op en kom naar de groepsruimte is het eerste wat we zeggen als we terugkomen van een incident’’, zegt van de Beek. ,,We gaan dan met elkaar doorpraten wat er is gebeurd. Voor sommige mensen vallen dan de puzzelstukjes op hun plaats omdat die bijvoorbeeld het verkeer hebben staan regelen en niet precies wisten wat er ondertussen gebeurde. Maar voor wat betreft de nazorg merken we dat het steeds beter gaat. Er zijn binnen de organisatie medewerkers die specifiek geschoold zijn in het BOT team (Bedrijfs Opvang Team) en als voornaamste taak hebben om de mannen buiten de PTSS (Posttraumatische Stressstoornis) te houden. ‘’ Bok: ,,We komen hier regelmatig bij elkaar, er heerst een grote onderlinge kameraadschap. De onkostenvergoeding die we krijgen wordt bijvoorbeeld grotendeels teruggestort in de personeelsvereniging. Daar hebben we onlangs nog de veranda van betaald.’’ Brandweerkorps Garderen krijgt soms leuke reacties en af en toe wordt er een taart langs gebracht of ontvangt het korps een bedankkaartje.
Voor de buitenwereld zal er niets veranderen, maar voor korps Garderen staat een wisseling van de wacht op stapel. Commandant Dick van de Beek gaat het stokje overgeven aan Peter Bok. ‘’Het is een pittige taak om commandant te zijn. Ik heb het tien jaar met veel plezier gedaan, maar nu is Peter aan zet. Ik heb vorig jaar al aangekondigd dat ik als commandant ga stoppen, ik blijf nog wel aan als bevelvoerder. Zodra de corona maatregelen het toelaten is de overdracht ‘’, zegt van de Beek. ‘’Ik heb wel gewoon moeten solliciteren en een assessment traject moeten volgen’’, lacht Bok. ‘’En gelukkig waren de overige leden van het korps het er ook mee eens.’’
Door Ank Herstel
Uit de Veluwse Courant van juni 2021