DOORNSPIJK – “Het doel van dit artikel is om te beschrijven hoe mooi mijn beroep als verpleegkundige is,’’ begint Margriet Compaijen. Om te worden wat ze écht wilde, moest ze op 18-jarige leeftijd in haar eentje van Doornspijk naar Rotterdam verhuizen.
Magriet: ,,Ik had altijd gedacht dat ik iets in de zorg zou gaan doen en toen ik een keer tijdens een meeloop dag meedraaide op de ambulance dacht ik dat dát het was. Maar de opleiding tot verpleegkundige duurt vier jaar en bestaat uit zowel theorie als praktijk door middel van stages. Al snel wilde ik liever meer de praktijk in want ik had een bijbaantje in het Feitenhof in Elburg en daar kwam ik er achter dat ik de zorg leuk vond. In het tweede leerjaar voor verpleegkunde kreeg ik de mogelijkheid om te solliciteren naar één van de zeven leer/werkplekken die toen beschikbaar waren. Die werkplekken zaten vast aan een school en dat was in Rotterdam. Na een aantal sollicitatiegesprekken en testen mocht ik komen. Ik was heel blij, maar aan de andere kant, ik was pas 18, ging als eerste het huis uit en dan helemaal alleen in Rotterdam. Ik had al vroeg een relatie met Johan maar die stimuleerde me ook om te gaan. Ik vond een kamer bij een weduwe en dat was eigenlijk heel gezellig. In het ziekenhuis waar ik werkte had ik het heel erg naar mijn zin, al moest ik er wel aan wennen dat Rotterdammers recht voor z’n raap zijn. Dat is zo puur! Mijn laatste jaar was een keuzejaar en ik had oncologie/hematologie (kanker) opgegeven en dat vond ik toen zo mooi dat ik dacht dat ik dat altijd wilde blijven doen.’’
Na het volgen van haar opleiding besloot Magriet uit Rotterdam te vertrekken want ondertussen hadden zij en Johan een huis gekocht en werden er trouwplannen gesmeed. Magriet ging aan het werk als verpleegkundige in het Isala te Zwolle maar de wens om op oncologie/hematologie te willen werken bleef. De trauma afdeling waar ze terecht kwam vond ze interessant, maar ze miste het stukje psychosociale zorg. En toen werd er op zekere dag vanuit UMC Utrecht gebeld met de vraag of ze daar op hematologie wilde komen werken. Ze had daar ooit aan een meeloop dag meegedaan en blijkbaar was haar interesse op de hematologie blijven hangen. ,,Tja, ik werkte net in Zwolle, maar besloot toch te solliciteren. Ik mocht het een maand proberen, dat was in oktober 2016 en sindsdien ben ik niet meer weggeweest,’’ lacht ze. Ondertussen is Margriet zeven jaar en drie kindjes verder en is ze nog steeds laaiend enthousiast over haar werk als oncologie- en hematologieverpleegkundige. Op een gewone werkdag staat ze om kwart over vijf op. Magriet: ,,Ik maak het brood klaar en maak de tassen klaar voor de kinderen. Johan brengt de kinderen later naar mijn moeder die de hele dag op ze past. Op de andere dag dat ik werk is Johan thuis, maar ik werk uiteraard ook wel onregelmatig in het weekend of in de nachtdienst. Dat is iets makkelijker te combineren. Maar als ik een gewone dagdienst heb, moet ik om kwart over zes uiterlijk de deur uit. Dan ben ik te vroeg op mijn werk, dat begint om half acht, maar als ik later vertrek dan zit ik gegarandeerd in de file.’’ Magriet begint haar dag met het inlezen van de patiëntendossiers en vaak heeft ze nieuwe collega studenten die met haar meelopen, want het UMC is een opleidingsziekenhuis. ,,Om acht uur heb ik de patiënten ingelezen en bespreek ik dat met de studenten of collega’s. Ik werk op de hematologie afdeling en dat zijn patiënten met verschillende soorten bloedkanker, voornamelijk leukemie en lymfeklierkanker. De patiëntencategorie is zeer gevarieerd door de verschillende ziektebeelden en leeftijden vanaf 18 jaar tot ongeveer 75 jaar. Ik heb te maken met mensen die net zo oud zijn als ik en ook kinderen hebben of ontmoet mensen die net zo oud zijn als mijn ouders of ouder. Het mooie daarvan vind ik dat je soms weet in wat voor situatie de patiënt zich bevindt en dan kun je op die manier ook het gesprek aangaan. De meeste patiënten komen op de afdeling voor een behandeling die in opzet curatief is. De andere kant is dat het soms ook niet lukt om de ziekte te genezen en je dan de zorg draagt voor een patiënt in de laatste levensfase. Vooral het stukje psychosociale begeleiding vind ik erg mooi.
Binnen ons team is er een hele open sfeer en houding waardoor het mogelijk is om aan te geven als je iets liever niet wilt of juist wel. Na het inlezen ga ik een ronde langs de patiënten en doe ik de controles zoals bloeddruk, hartslag, zuurstofgehalte en temperatuur. Ook wordt de medicatie gegeven en neem ik bloed af. Om negen uur nemen we kort met alle verpleegkundigen door hoe het bij iedereen gaat en wie er mogelijk hulp nodig heeft en om half tien loop ik met de artsen visite langs de patiënten en wordt er een beleid gemaakt voor die dag. Tussen tien en twaalf uur wordt er medicatie opgelost wat via het infuus gegeven moet worden en worden er voorbereidingen getroffen voor het toedienen van chemotherapie en/of immunotherapie. Ook is er hier vaak wel ruimte voor een bakje koffie en een praatje met mijn collega’s. De dag is een aaneenschakeling van allerlei acties, dit kunnen ook dingen zijn die ad hoc gedaan moeten worden. Als iemand bijvoorbeeld koorts krijgt moet er een scan worden gemaakt en van alles gedaan worden, daar ben je echt wel even mee bezig. Soms hebben we patiënten die in isolatie liggen en dat betekent dat je voor elke handeling waar je naar binnen gaat, je jezelf helemaal moet omkleden.’’
Hoe kijkt Margriet er tegen aan om dagelijks met ernstig zieke en regelmatig met terminale patiënten om te gaan? ,,Het is mijn werk en ik kan vaak wat voor die mensen betekenen, je voelt de stemming aan. Soms is het maar iets kleins wat je doet voor en patiënt waar hij/zij al heel erg blij mee is. Het neemt niet weg dat sommige situaties soms ook heel verdrietig kunnen zijn en dan is het belangrijk hier over te praten met anderen. Als patiënten zich beter voelen spelen we soms een potje tafeltennis. We proberen regelmatig afleiding te zoeken voor patiënten. Zo deden we een keer bingo en zat iedere patiënt in de deuropening van zijn/haar kamer. Dat zijn hele waardevolle momenten. Tussen twee en half drie doen we nogmaals de controles, geven medicatie en voeren acties uit die nog gedaan moeten worden.’’ Met haar collega’s heeft Magriet dagelijks rond half vier een evaluatie over wat er die dag is gebeurd en wat zij en haar collega’s kwijt willen en vervolgens stapt ze in de auto om bijna om de hoek van het ziekenhuis al in de file terecht te komen. ,,Voor veel mensen is dat een supergroot nadeel, maar ik zie het als een moment voor mezelf. Als ik in de auto zit, dan ga ik de hele dag na,’’ zegt ze. Als Magriet rond half zes de kinderen bij haar moeder heeft opgehaald schuift het hele gezin een kwartiertje later aan tafel want ze heeft doorgaans de maaltijd al de dag ervoor voorbereid. De kinderen liggen om kwart voor zeven op bed en natuurlijk zijn er dan tussendoor nog wasjes op te vouwen, of andere klusjes te doen, maar vanaf half acht zit ze met koffie op de bank om vervolgens niets meer te doen, vooral omdat ze dat ook niet van zichzelf verlangt. ,,Ik vind tuinieren heel leuk, dus misschien dat ik toch nog even wat onkruid uit mijn (moes)tuin ga halen. En soms pak ik de fiets of ga ik een stukje wandelen of spreek ik af met vriendinnen, maar ik vind het ook heerlijk om thuis te zijn. Mijn werk heeft altijd op nummer één gestaan, ik verzette er alles voor, en ik vind het nog steeds heel erg leuk en mooi om te doen, maar op dit moment staat mijn gezin op één. Wat ik zo mooi vind aan het werken op de hematologie is de combinatie van technische, acute en psychosociale zorg en dat alles op één afdeling en binnen één specialisme!’’
Wie zich graag zou willen specialiseren als verpleegkundige is bij het UMC Utrecht aan het juiste adres. Ook op de afdeling hematologie, waar Margriet werkt zijn vacatures. Verpleegkundigen zijn van harte welkom om te solliciteren of een dagje mee te lopen!
Door Ank Herstel
Foto’s Maarten van de Biezen