Het verscholen dorp in Vierhouten

0
3108

VELUWE – Meer dan een jaar lang deed het Verscholen Dorp dienst als het geheime dorp voor onderduikers tijdens de Tweede Wereldoorlog. De bekendste bewoner was de schrijver Godfried Bomans al was zijn verblijf in het kamp maar kort.

De geschiedenis wordt levendig gehouden door de in 1993 opgerichte stichting ‘Het Verscholen Dorp’. Vanuit de stichting wordt jaarlijks 4 mei de herdenking gehouden bij de monumenten aan de PasOpweg en de Tongerenseweg in Vierhouten die herinneren aan het kamp en de dood van acht bewoners die na de ontdekking van het kamp werden gefusilleerd. Van diegenen die verbleven in het onderduikerskamp is niemand meer in leven.

Herdenkingen die tevens een ontmoeting zijn tussen mensen die betrokken waren bij het kamp in welke vorm dan ook en hun familieleden. Door de stichting wordt verder een expositie beheert welke is te zien in hotel restaurant De Vossenberg aan de Elspeterbosweg in Vierhouten. De stichting vindt het van groot belang dat juist ook aan jonge mensen het verhaal over oorlog, verzet en onderduiken wordt doorgegeven.

Dat wordt vormgegeven door onder meer regelmatig rondleidingen in het Verscholen Dorp, vaak ook leerlingen van het basisonderwijs. Ter gelegenheid van 75 jaar bevrijding is een educatief pakket ontwikkeld waarmee leerlingen zelf op ontdekkingstocht kunnen gaan naar de verhalen van het Verscholen Dorp. Hierin zijn onder meer opgenomen de afbeeldingen zoals deze ook zijn te vinden in De Vossenberg. Verder polaroid foto’s uit de tijd van het kamp, een fluisterspel en een kwartetspel. Het fluisterspel herinnert aan de tijd dat er ook alleen mocht worden gefluisterd in het kamp. De koffer herinnert aan de koffer die Joden mochten nemen wanneer die werden afgevoerd.

Het Verscholen Dorp werd tussen februari 1943 en oktober 1944 bewoond door onderduikers. Het waren vluchtelingen uit het doorgangskamp in Amersfoort, jonge mensen die niet aan de verplichte arbeidsinzet van de Duitsers wilden meewerken, joodse families en gestrande piloten. Het dorp was verdeeld in vier bosvakken.

Het kamp was een initiatief van mr. Edouard Henri von Baumhauer uit Vierhouten en het Nunspeetse echtpaar Dionisius Dirk Bakker en zijn vrouw Cornelia Johanna Bakker-van Rheenen. Zij stonden bekend als ‘opa Bakker’ en ‘Tante Cor’ vanwege hun leeftijdsverschil. Gemiddeld waren er per dag tachtig tot honderd onderduikers te vinden.

Eén van de verhalen is dat een gewonde Britse piloot door een kogelwond dusdanig hoge koorts had dat via de zender aan Engeland werd gevraagd in Nederland het nog onbekende penicilline te laten droppen in een naburig dorp waarmee de piloot kon worden behandeld. Vele mensen waren betrokken bij het brengen van kleding, kachels, potten en pannen maar vooral ook voedsel naar de onderduikers. Medische hulp was tevens verzekerd.

Bij toeval werd het dorp eind oktober ontdekt door twee SS’ers die aan het jagen waren. Ze betrapten een jongen met twee emmers water. Het verhaal dat het water bestemd was voor houthakkers geloofden ze niet. Vooral omdat het op een zondag was en bij de Duitsers bekend was dat de zondagsrust dan hoog in het vaandel stond bij de bewoners van de Veluwe. Van de 86 op dat moment aanwezige onderduikers werden er acht gevangen genomen. Twee werden gefusilleerd op de heuvel bij kamphuis De Paasheuvel, zes op de Tongerenseweg.

In 1970 werd nabij de plek waar hutten hadden gestaan aan de Pas-Opweg een grote kei met inscriptie geplaatst als herinnering aan het kamp. In 1975 werd voor het eerst een wandeling gehouden naar de plek waar het Verscholen Dorp was gevestigd. Bij de voorbereiding ontstond het initiatief één hut na te laten bouwen. Dat was mogelijk, mede door de kennis van Wim Mazier, één van de betrokkenen bij de hulp aan de onderduikers. Hij kon aanwijzingen geven hoe de hutten er uit hadden gezien zodat een waarheidsgetrouwe kopie kon worden nagebouwd op een plek waar in de Tweede Wereldoorlog ook een hut had gestaan. Alleen was de begroeiing toen veel lager dan op het moment dat de hut werd nagebouwd.

De route van de eerste tocht werd mede uitgezet door toenmalig recreatiegids Jan Willem Hagenbeek. Op de dag van de tocht zag hij ’s morgens in alle vroegte voor het eerst een vos in het bos. Waar was gerekend op duizend deelnemers trok de eerste wandeling bijna tienduizend deelnemers hetgeen vooral de toenmalige vervoersmaatschappij Veluwse Auto Dienst (VAD) voor problemen plaatste omdat zij de deelnemers van Het Verscholen Dorp terug moesten brengen naar de startplaats. Later werden nog twee hutten geplaatst.

Het onderduikerskamp was een inspiratie voor meerdere boeken. Het verscholen dorp van Jeroen Tijssen maar ook Verscholen Dorp van Aart Visser dat in 1980 als eerste verscheen en vele herdrukken heeft gekregen. Ook verscheen de Engelse roman ‘The Hidden Village.’ Riek Doffegnies, vooral bekend als schrijfster van streekromans schreef het boek ‘Het geheime dorp.’