Met enige trots wordt regelmatig de opmerking gemaakt dat Nunspeet een echt Kunstenaarsdorp is. Ook niet zo verwonderlijk met de aanwezigheid van één van de drie Nederlandse Academies voor Beeldende Kunsten en natuurlijk het Noord-Veluws Museum met een collectie schilderijen en tekeningen van kunstenaars/schilders die tussen 1890 en 1950 werkzaam waren op de noordelijke Veluwe. Maar de betiteling heeft vooral te maken met de vele kunstenaars/schilders die in de loop der tijd in of in de omgeving van Nunspeet hebben gewerkt. Veel straten in het dorp zijn naar hen genoemd. De komende weken zullen we in de geschiedenis duiken.
In de vijfde aflevering: Hendrik Verburg (1895-1973)
Op 23 september 1895 wordt in het predikantengezin van dominee Abram Verburg in het Groningse Bellingwolde zoon Hendrik geboren. Vader is afkomstig van Nieuwer-Amstel (Amstelveen) en moeder, Lubertha Vegter is een Groningse, geboren in Hoogezand. In 1894 wordt vader Verburg gereformeerd predikant in Bellingwolde. Citaat uit een oud artikel: ,,Bellingwolde, in Oostelijk Groningen, ontving in Ds. Verburg haar eerste predikant en in haar Zijne Eerwaarde, zijn eerste standplaats, waar zijn opvolgers ongetwijfeld welbevonden hebben hoe hij daar met veel zegen in zijn vierjarige loopbaan gearbeid had….”. Als Hendrik bijna drie jaar is vertrekt het gezin naar het Friese Holwerd, waar dominee Verburg bijna veertig jaar deze gemeente zal dienen.
En dus groeit Hendrik op met tweemaal per zondag naar de kerk, met preken van soms twee uur. Ook al sprak Hendrik Verburg in zijn leven niet zo veel over zijn geloof, toch blijkt uit allerlei berichten, gedichten en brieven dat hij tot het laatst heeft vastgehouden aan het geloof in zijn Schepper. Het is deze Hendrik Verburg die in de Protestantse kerk aan de Driestweg de muurschildering ,Zingt den Here een nieuw lied’ heeft vervaardigd. Ook de wandschilderingen in de Petraschool en in een school in Doornspijk zijn van zijn hand.
Superbegaafd
Na de lagere school in Holwerd en de V.G.L.O.school in Dokkum wordt Hendrik toegelaten tot het Gymnasium in Groningen. Hij blijkt een superbegaafde leerling te zijn en doorloopt het Gymnasium in drie jaar. Op zijn zestiende neemt hij privaatlessen bij Gerardus Makkes van der Deyl, tekenleraar en kunstschilder in Leeuwarden. Na een studie van anderhalf jaar aan de Rijksnormaalschool in Amsterdam behaalt hij op achttienjarige leeftijd de akte tekenen L.O.
Van 1913-1916 werkt Hendrik Verburg voor zichzelf. Hij woont bij zijn ouders in Holwerd. Een domineeszoon in Holwerd, die kunstenaar is, vindt echter niet zomaar een baan. Vader Verburg vindt het nodig dat Hendrik aan het werk gaat.
Een oom uit Noord-Scharwoude, die een inmaakfabriek van groenten bezit, schrijft een aanbevelingsbrief naar een relatie in de Verenigde Staten en in 1916 vertrekt Hendrik met de boot naar de VS. Maar zoals ook later zal blijken is Hendrik avontuurlijk en zelfbewust….. Hij verscheurt op zee de brief; hij wil van nu af zelf de gang van zijn leven bepalen. Hij wil totale vrijheid! In de VS is hij enige tijd reclameschilder voor een filmmaatschappij en leeft verder van de hand in de tand. Uit latere brieven blijkt dat hij tot 1921 heeft gewerkt in de Verenigde Staten, Mexico, Centraal-Amerika, Panama en Canada. Uit deze periode is geen werk van hem bekend.
Huisvriend
In 1922 keert hij terug en vestigt hij zich in Den Haag. Hij gaat nu ook schilderen. Maar van zijn werk kan hij niet leven. Volgens zijn latere huisvriend Jaap Hiddink probeert hij voor een firma in Den Haag verven van Duits fabrikaat aan de man te brengen. Hoe hij verder in deze periode heeft geleefd in weinig van bekend. Wel heeft hij in deze stad onder de daar levende kunstenaars vrienden gemaakt.
Op een treinreis van Den Haag naar Holwerd ontmoet hij in de trein de Poolse Olga Gottzmann. Zij is uit Polen gevlucht, getrouwd met een Duitse mijnwerker en weduwe geworden. Na het overlijden van haar man werd ze kostuumnaaister in Den Haag. Zij vertelt Hendrik haar levensverhaal.
De kennismaking wordt voortgezet en op 8 september 1928 treden ze in het huwelijk in Eschweil (Duitsland). De vraag bij de familie rijst: ,,Heeft deze knappe, intelligente schrijver, dichter en beeldend kunstenaar deze vrouw uit liefde of uit medelijden getrouwd”? Een juichend huwelijk is deze verbintenis nooit geworden. Ze vestigen zich in Arnhem. Maar Hendrik is onrustig en steeds op zoek naar nieuwe verten. Ze belanden in Eben-Emaël in België. Van hieruit werkt Verburg ook vaak in Limburg. Ook maakt hij kunstreizen naar Spanje, Duitsland, Zwitserland, Italië en Sicilië.
Daarna vluchten ze voor het oorlogsgeweld uit België en wonen ze enige tijd bij vader en moeder Verburg in Hilversum Omdat die logeerpartij niet kan blijven voortduren, gaan ze op zoek naar een eigen woning.
Nunspeet
Op een late decemberdag in 1939 reist Hendrik Verburg met zijn vrouw per trein van Hilversum naar de Veluwe. Een bepaald einddoel hebben ze niet. Ze zijn op zoek naar een eigen onderkomen. In Nunspeet verlaten ze de trein. Het lijkt een aardig dorp en ze weten dat er ook kunstschilders wonen. Ze hebben alle geluk van de wereld. Aan de Molijnlaan ontdekken ze op nummer 23 een leegstaand huis. Het is van de dames Lindenboom. Nunspeet heeft er een nieuwe inwoner-kunstenaar bij. Ze huren het huis en hebben er tot 1972 gewoond.
In de Nunspeetse periode hebben zijn collega’s en vele andere Nunspeters Hendrik Verburg leren kennen en waarderen als een ,,eigenheid, enig en uniek”. Hij is vriendelijk, behulpzaam en beminnelijk; een man met een diep gevoelsleven, een levendige geest en een onverbeterlijke lust tot reizen.
De ,rasschilder’ Ben Viegers vindt Hendrik als schilder een beginneling; Jaap Hiddink ziet in hem meer een tekenaar dan schilder. Chris ten Bruggen Kate noemde hem de enige echte bohémien onder de Nunspeetse schilders. Een gelovig mens die echter nooit over de diepste innerlijke roerselen van zijn ziel spreekt.
Schulden
De start van het echtpaar in Nunspeet is allerberoerdst. Het huis moet worden ingericht, de oorlog breekt uit en er is bij de mensen alleen vraag naar eten en niet naar kunst. Daarom wordt een gedeelte van het huis maar verhuurd. Maar het blijft tobben met de financiën. Feitelijk zijn er altijd schulden, ook na de oorlog. Op financieel gebied is het bij de intelligente Verburg een eeuwigdurende warboel. Elke financiële hulp is eigenlijk water naar de zee dragen.
Ze ontvangen veel steun van Jaap Hiddink en zijn vrouw. En hoewel hij zich in de soms wat benauwde geestelijke sfeer ter plaatse (citaat) niet zo thuis voelt, blijft hij zo lang mogelijk een trouw kerkganger van de gereformeerde kerk. De diaconie moet nogal eens bijspringen als het echtpaar in diepe armoede verkeert. De gemeente verleent zonodig bijstand. Een soort BKR regeling, want in 1952 schildert Verburg voor de burgemeesterkamer een portret van burgemeester Martens. De gemeente Nunspeet is nu nog in het bezit van een twintigtal werken van Verburg.
Openluchtspel
Naast het schilderen houdt Verburg zich ook bezig met schrijven en dichten. En als organisator neemt hij het initiatief tot een openluchtspel in het Belvedère bos. En al heeft het spel een religieuze tint, sommigen in Nunspeet vertrouwen het zaakje niet, er komen dansers in voor….! De opvoering is echter een groot succes hetgeen resulteert in het schrijven van een nieuw openluchtspel door Verburg, getiteld ,,Esther”. Helaas vindt het Leekenspelersgenootschap het beter van opvoering af te zien.
In de jaren 1971-1972 wordt het huis van Hendrik Verburg verkocht. Voor de ontruiming ontvangt hij een bedrag van duizend gulden. Hij schrijft aan vriend Jaap Hiddink: ,,Ik heb duizend gulden ontvangen. We gaan naar Spanje voor een jaar of twee”. Ze gaan naar de Canarische Eilanden en vinden onderdak in een oude caravan. Toch wat beducht voor de toekomst -zonder huis- vraagt Verburg aan Hiddink of hij als wethouder toch een woning in Nunspeet kan regelen, ,,maar ik denk er nog niet over om terug te komen”. Echter enige tijd later volgt toch een brief: ,,’t Wordt tijd dat ik terugkom, ik voel me niet goed.’’ En het lukt Jaap Hiddink een huis op de kop te tikken aan de Driftweg.
Begrafenis
Afgehaald van Schiphol wordt er in de auto weinig gesproken. De nacht wordt doorgebracht in huize Hiddink. ’s Morgens belt Hendrik Verburg de dokter. Hij wordt direct naar het Boerhave ziekenhuis in Harderwijk gebracht. Daar overlijdt hij nog diezelfde dag, 27 februari 1973. Jaap Hiddink regelt de begrafenis. Aan de groeve wordt een gebed gelezen, dat door Hendrik Verburg zelf is gedicht en dat men in zijn agenda had gevonden, hetgeen eindigt met ,,God wees met ons om Christus wille, Amen.”
Mevrouw Olga Gottzmann vertrekt daarna spoedig naar Duitsland, waar zij op 22 mei 1974 in Alsdorf overlijdt.
AG