NUNSPEET – Het voorkeursrecht dat de gemeente Nunspeet heeft gevestigd op gronden in ’t Hul Noord blijft overeind. Een eigenaar van gronden in dit gebied die in beroep was gegaan bij de Raad van State (RvS) is door dit hoogste Nederlandse rechtscollege in het ongelijk gesteld.
De rechtbank had de man al eerder in het ongelijk gesteld. Dat was voor hem reden om in beroep te gaan bij de Raad van State. Hij vindt dat de gemeenteraad van Nunspeet ten onrechte een voorkeursrecht op zijn gronden heeft gelegd. Dit omdat hier, naar zijn mening, geen legitieme onderbouwing aan ten grondslag ligt. Hij verwijst naar het rapport Atrivé dat door de raad als onvoldoende werd gezien om de behoefte aan meer woningen in Nunspeet te onderbouwen.
Ook vindt hij dat de rechtbank niet voldoende heeft laten meewegen dat de raad het besluit aanvankelijk vooral baseerde op activiteiten van projectontwikkelaars en agrariërs in het gebied. De rechtbank heeft, zo meent hij, niet laten meewegen dat de echte aanleiding voor de vestiging van het voorkeursrecht was dat een agrariër zijn grond te koop heeft aangeboden. Naar de mening van de indiener van het bezwaarschrift zijn er voldoende andere locaties om aan de woningbehoefte te voldoen. Ook voert hij aan dat de gemeenteraad onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn belangen.
De Raad van State vindt dat de gemeenteraad voldoende heeft toegelicht dat er behoefte bestaat aan meer woningen in de gemeente Nunspeet. De Wet voorkeursrecht gemeenten(Wvg) brengt nu eenmaal mee dat het voorkeursrecht kan worden aangewend, zonder dat de beoogde woningbouw ook wordt gerealiseerd. In tegenstelling tot wat de de indiener van het bezwaarschrift aangaf is de vaststelling van de structuurvisie voor ’t Hul Noord niet stopgezet, maar heeft de gemeenteraad het college van burgemeester en wethouders de opdracht gegeven om bewoners en belanghebbenden te betrekken bij de opstelling van een concept structuurvisie. Ook is het Atrivé rapport niet ingetrokken.
Het is het hoogste rechtscollege niet gebleken dat de gemeenteraad onvoldoende rekening met zijn belangen heeft gehouden. De vestiging van het voorkeursrecht heeft niet tot gevolg dat de man zijn eigendomsrechten niet langer kan uitoefenen. Indien hij tot verkoop wil overgaan moet hij echter eerst de gemeente in de gelegenheid stellen zijn gronden te kopen.
De Wvg is bedoeld om het algemeen belang af te wegen tegen het individuele belang van betrokken grondeigenaren. De Raad van State zegt dat daardoor het enkele financiële belang niet meer afzonderlijk in de afwegingen door een raad behoefte te worden betrokken.
Eindoordeel van de RvS is dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de gemeenteraad het voorkeursrecht op de betreffende gronden kon leggen.