Boa’s dienstbaar aan de gemeenschap

NUNSPEET – Waar of niet waar. Dit is in vele quizzen een item en dan moeten de kandidaten in elke seconden antwoorden. Wat zou de uitkomst zijn van bovengenoemde stelling. Wordt het werk van de Boa’s als positief gezien? Wie afgaat op de waan van de dag zou het betwijfelen. Maar een weldenkend mens zal erkennen dat het werk van boa’s wel ten dienste staat van de gemeenschap. Buitengewoon Opsporings Ambtenaar is de benaming. Zij proberen dus onregelmatigheden op te sporen en op te lossen en daarmee dienen zij de samenleving. Nanette, Albert, Ronald en Edwin vervullen met veel enthousiasme hun taak als Boa en met plezier willen Ronald en Edwin een inkijkje geven in hun dagelijks werk en daarmee mogelijke misverstanden weg nemen.

Edwin:,,Boa worden was voor mij een gevoel, een soort roeping, dat moet je liggen. Voor mij is het contact met de burger het belangrijkst. Ik vind het één van de mooiste beroepen en ga elke dag met plezier naar mijn werk. Het is zo omvangrijk en elke dag is weer anders. Er zijn mensen die nog altijd denken dat ons werk in hoofdzaak bestaat uit bonnen schrijven. Maar dat is slechts een klein onderdeel en nooit het doel van ons werk. Veel belangrijker is mensen voorlichting te geven, dat kan gevraagd op straat, maar ook tijdens bijeenkomsten van verenigingen, bedrijven en meer.

Ook zijn we gastheer voor toeristen. Andere taken zijn bijvoorbeeld controle op afvalstoffen verordening, APV, (algemeen plaatselijke verordening), controle bij evenementen, controle op drank-en horecawet meer taken. Het is een prachtige functie waar je met heel veel aspecten te maken krijgt. Er is zoveel variatie, geen dag is hetzelfde. En ja, we maken ook minder leuke dingen mee. Je krijgt wel eens dingen naar je hoofd geslingerd. Dat is dan vaak niet persoonlijk bedoeld, maar uit eigen frustratie. Als je daar niet tegen kunt moet je een ander beroep kiezen”. 

Ronald was één van de eerste Boa’s in Nunspeet en is al vanaf 2007 in dienst van de gemeente. Veel van de inbreng van Edwin wordt door hem onderschreven. Wel ziet hij door de jaren heen verschuivingen ontstaan. De eerste jaren functioneerde hij als gastheer en vraagbaak namens de VVV, maar dat is wel veranderd. Ronald:,,Nunspeet heeft wat meer ,stadsallures’ gekregen, mensen zijn meer aanwezig en mondiger. Nu krijg je te maken met hangjongeren, drugsoverlast en ander ,stadse’ zaken. Naast onze voorlichtingstaken hebben we hier ook mee te maken gekregen. Vooral in de weekenden is er meer agressie. Gelukkig kunnen we in de meeste gevallen verbaal de zaken oplossen. Dat is en blijft voor ons de hoofdzaak. We proberen bij overtredingen de mensen te overtuigen middels een gesprek en hopen tot ze door te dringen. De mond is ons beste wapen. Als dat niet lukt kunnen we bekeuren. Maar dat is voor ons altijd een middel en geen doel.  Alleen in ernstige situaties kunnen we ondersteuning oproepen via de meldkamer.

Met de veranderende samenleving in Nunspeet is ook het aantal Boa’s toegenomen en werken we nu met een team van vier Boa’s. Zo kunnen we constant de dag en avonddiensten met z’n tweeën draaien. Het werk is toegenomen ook door de veranderende politieorganisatie, waardoor ook een aantal politietaken naar ons zijn overgeheveld, zoals bijvoorbeeld het wijkcontact. Wijkagenten worden nu ook steeds meer bij noodhulp ingezet. We houden nog wel overleg met de wijkagenten om elkaar te ondersteunen”.  

Boa in coronatijd

Ook voor de Boa’s is de coronacrisis een bijzondere tijd. Edwin:,,Met het aanhouden van de crisis worden mensen er een beetje moe van en reageren soms feller. De lontjes worden korter.  Ik kan dat ook wel begrijpen. Het is voor niemand leuk, maar de vraag is hoe ga je er mee om. Dat geldt ook voor ons al hebben ook wij onze grenzen. Gelukkig zien we dat met het voortduren van de coronacrisis de mensen steeds meer doordrongen worden van het nut van de maatregelen.

Eén van onze bijkomende taken is dan ook het controleren op naleving van de maatregelen. Daarvoor bezoeken we met enige regelmaat bijvoorbeeld de supermarkten. Inmiddels worden in grote lijnen goede maatregelen genomen, maar soms zien we bij de ingang reclame-uitstallingen staan waardoor een opstopping ontstaat en mensen te weinig afstand kunnen houden. Dan hebben we een gesprek met de manager en wordt dat opgelost. Aanvankelijk werden de winkelwagens ontsmet, maar bij de versoepeling nam dat weer af. Wij adviseerden om dat weer te intensiveren en dat gebeurt nu weer voldoende.

Opvallend vinden we dat bij het afstand houden toch nog vooral veel ouderen te dicht bij elkaar komen. Dus ook op dit terrein hebben we het gevoel, door hierop toe te zien, dienstbaar te kunnen zijn aan de gemeenschap. Dat is de essentie van ons werk en daar gaan we met plezier mee door. Als wij het gevoel hebben een goede bijdrage te leveren aan de leefbaarheid in de gemeenschap geeft dat ons voldoening”. 

AG