Column: Een laf straaltje

0
1090

De heer van der G. heeft een afspraak gemaakt en zit nu wat ongemakkelijk in de wachtkamer.
Gerard van der G is 56 jaar, hij werkt als hoofd van de administratie bij een groot bouwbedrijf, het is een drukke baan.
In zijn vrije tijd doet hij aan tennis en hij wandelt graag met zijn hond Ken door de bossen.
Ken is een bruine labrador; nee Gerard heeft geen blonde labrador die Barbie heet, hoor.

Gerard komt niet vaak, eigenlijk nooit. We kennen hem als een gezonde sportieve man.
Wel hebben we intensief contact met hem gehad ten tijde van het ziekbed van zijn vrouw, die veel te jong aan borstkanker overleden is.
Zelf wil hij niet ziek zijn, dus heeft hij nog even afgewacht om met zijn klacht naar ons toe te komen, maar nu vindt hij dat het toch echt wel een probleem is geworden.

Tijdens de boswandelingen met Ken bemerkte Gerard dat hij net als Ken wel tegen elk boompje zou willen plassen, maar dat kan natuurlijk niet.
Ook vertelt hij dat hij er ’s nachts uit moet om te plassen en dan moet hij naar beneden lopen; waardoor hij helemaal wakker wordt.
Dit heeft hij nooit eerder gehad.
Zou hij een blaasontsteking hebben of iets ergers?
Hij heeft een plasje meegenomen en bij de assistente ingeleverd.
Astrid, onze assistente, heeft zijn urine al nagekeken en geen afwijkingen erin gevonden.

“Sinds wanneer zijn je klachten begonnen?” vraag ik.
“Tsja, het is eigenlijk geleidelijk gegaan. Vroeger kon ik meedoen aan ‘vér plassen’ maar dat hoef ik nu niet meer te proberen, want wat eruit komt is een laf straaltje.
Ik moet ook veel vaker naar de wc. En dan dat nadruppelen, vervelend hoor!”
“Urine onderzoek heeft net aangetoond dat er geen sprake van een blaasontsteking is.
Mijn gedachten gaan eerder uit naar klachten van je prostaat. Op wat oudere leeftijd is dat best wel een veel voorkomend probleem. Weet je of er ook prostaatproblemen bij jou in de familie voorkomen?”
“Uh ja, mijn opa had prostaatkanker en is eraan overleden. Hij was 78 jaar en hij was al een poos bedlegerig vanwege problemen met zijn rug daardoor. Maar ja, toen sprak je er niet zo openlijk over. Ik had hem graag gevraagd of zijn klachten ook zo begonnen zijn.”
“Ik merk dat je ongerust bent.”
“Nou ja, dat klopt wel een beetje. Daarom ben ik nu gekomen.”
“Ik wil nog wat meer weten. Hoe is het met je gewicht? Ben je de laatste tijd afgevallen?”
“Nee, ik moet juist uitkijken met wat ik eet.”
”En heb je verder dingen die je wilt melden?”
“Nee, hoor, verder voel ik met fit alleen is mijn slapen wat gestoord door dat plassen.”
“Eens kijken, dan wil ik een plan-de-campagne met je maken.”

Word vervolgd.

John en Carolien Polderman – Götte, huisartsen te Elspeet