Het is zaterdagmiddag en ik ben boven in de badkamer bezig de was aan het sorteren.
Het is lekker weer en we hebben geen dienst op de huisartsenpost.
De deurbellen gaan indringend, zowel de praktijkbel als de privébel.
Dat heb je als je praktijk aan huis hebt.
Het zijn twee aparte bellen. De praktijkbel klingelt eenmalig; die van de privédeur klingelt meerdere klingels.
Ik kijk uit het badkamerraam en zie … de achterkant van een paard.
Huh, de achterkant van een paard? Er staat een paard voor de deur!
Gauw ga ik naar beneden en zie een heel paard voor de pui staan.
Op dat paard zit, nou ja eerder hangt een man in ruiterkleding in zijn zadel.
Ik ken hem wel; het is Bart P. en ik loop naar buiten.
“Hey, Bart, wat is er met jou gebeurd?” vraag ik.
Bart is een ervaren ruiter, die meerdere paarden heeft. Geregeld zie ik hem met ze door de bossen gaan.
Hij kijkt me met een van pijn vertrokken gezicht aan.
“Ik was een prachtige rit aan het maken en opeens schrok Bella ergens van en voor ik het wist lag ik ernaast. Gelukkig ging ze er niet vandoor maar bleef ze bij me.”
“En toen?”
“Een steek in mijn rug. Ik bleef eerst liggen, bijkomen van de schrik en de val. Omdat ik eerst niet goed overeind kon komen, heb steun bij een boomstronk gezocht.
Maar ik kon natuurlijk daar niet in het bos blijven zitten. Toen heb ik mezelf via die boomstronk weer op haar rug gehesen. En nu ben ik hier.”
Inmiddels is John erbij gekomen en die is even verbaasd als ik.
“Tja, op het paard gezeten, kunnen we je niet nakijken. Ik zie dat je veel pijn hebt.” zeg ik.
Bart wijst vaag met zijn hand naar een plek midden in zijn rug.
“Hier doet het gemeen pijn”, zegt hij.
“Hmmm, dat kan veel betekenen: van bloeduitstorting tot wervelbreuk”, opper ik.
“Een bloeduitstorting is tot daar aan toe, maar een wervelbreuk is een ander verhaal. Hoe voelen je benen aan?” vraag ik. “Beweeg ze eens?”
Bart tilt een voor een zijn knieën iets op. “Dat doet wel pijn in mijn rug”, zegt hij.
“Dat kan ik aan je gezicht zien. Bart. Ik maak mij zorgen over je rugwervels; stel dat er een gebroken is. Ik zal een ambu laten komen; zelfs in Elspeet is die er binnen 15 minuten!
Dan wordt je rug stabiel gehouden en in het ziekenhuis worden foto’s etc. gemaakt”, zeg ik.
“Oh, nee, ik ga niet met de ambulance, die poespas en mijn paard dan? Nee, ik rijd nu eerst naar huis en van daaruit ga ik zelf wel naar het ziekenhuis en laat wel foto’s maken. Ik wil absoluut geen ambulance, ook al is die hier nog zo snel.”
“Bart, ik meen het! Het is niet verstandig om verder op Bella te rijden en dan zelf naar de Eerste Hulp te gaan; er is reëel gevaar voor een dwarslaesie.”
Maar Bart heeft duidelijk zijn eigen mening en vertrekt op Bella naar huis.
“Ik zal het ziekenhuis inlichten dat je er aan komt, oké?” roep ik hem nog na.
Terwijl Bart op Bella wegrijdt, bromt hij iets van “Oké”. Tja, ik kan hem niet dwingen.
John en Carolien Polderman – Götte, huisartsen te Elspeet