Raadsels (1)

0
23

Tegenover mij gaat Loes zitten.
Loes is een opvallende verschijning: vandaag heeft zij een hel roze legging aan met daarop een wit bohemien bloesje met blote schouders erop; ze draagt daar witte pumps eronder.
Haar lichtblonde haar heeft zij uitbundig omhoog gewerkt.
Loes is nu 44 jaar en volgens mij is ze weer single.
Zo af en toe komt ze op het spreekuur om even bij te praten over de diverse ongemakken en wat haar bezighoudt.
Ik heb steeds het gevoel dat ze met die bezoekjes me iets wil vertellen, maar wat dat komt er nog steeds niet uit.
Vandaag zit ze wat ongemakkelijk tegenover mij.
“Loes, waarmee kan ik je helpen?”, vraag ik haar.
Ze zegt even niks en dan vertelt ze dat ze weer wat last van haar spieren heeft.
“Heb je enig idee hoe dat zou kunnen komen?” vraag ik haar.
“Dat weet ik niet. Nu heb ik dan klachten van mijn spieren, dan weer heb ik hoofdpijn. Soms heb ik pijn in mijn handen en ben ik moe.”
“Onlangs hebben we je bloed uitgebreid nagekeken en gelukkig kwam er niks afwijkends uit” zeg ik.
“Ja dat vind ik juist zo vreemd! Ik voel toch echt steeds wat. Er móet toch wat met mij aan de hand zijn, anders voelde ik toch niet iets,” merkt ze op.
“Misschien probeert je lichaam je iets te vertellen,” antwoord ik.
Loes kijkt me vragend aan en gaat verzitten en frummelt met haar vingers.
“Wat bedoel je?” vraagt ze.
“Wat ik bedoel te zeggen is dat je lichaam je soms seinen kan geven in de vorm van pijn of vermoeidheid of zo om je te vertellen dat je ergens mee zit. Ik zie dat nog wel eens bij mensen die in het verleden iets ergs meegemaakt hebben en die dat jaren lang weggestopt en niet verwerkt hebben.”
Met een ruk staat Loes op en loopt zonder iets te zeggen mijn spreekkamer uit.
Ik ga achter haar aan, maar ze sprint naar haar auto en zoeft weg.
Ik denk bij mezelf: “Dat is er dus.”
Blijkbaar heb ik een gevoelige snaar bij haar geraakt.
Waar ik aan denk is dat Loes in haar verleden ooit iets heel erg ingrijpends meegemaakt moet hebben; iets als een groot verdriet of als een grote inbreuk op haar integriteit veroorzaakt heeft.
Ik ben benieuwd of ze er nog op terug gaat komen of dat ze naar een andere huisarts gaat.

Een aantal weken hoor ik niks van Loes.
Uit ervaring weet ik dat contact met haar zoeken niet veel zin heeft; zodra ze mijn nummer ziet, zal ze me wegdrukken.

Na een poos zie ik dat ze in mijn agenda staat.
Dan haal ik Loes op uit de wachtkamer.
Wat schuchter komt ze binnen en gaat wat verlegen zitten.
Ze kijkt me een poosje aan en dan roept ze hard:
“Engerd, hoe wist je dat?”

John en Carolien Polderman – Götte, huisartsen te Elspeet