NUNSPEET – Jeroen Quist kijkt met heel veel plezier terug op zijn ‘tennisverleden’. Jeroen: ,,Ik was heel erg jong toen ik begon met tennis spelen, ik denk vanaf mijn vijfde en op die foto speelde ik al een paar jaar tennis. Ik zal zo’n jaar of acht/negen zijn geweest. Ik had bij de Gelderse Kampioenschappen een bepaalde plaats behaald en toen mocht ik even in de krant.’’
Jeroen heeft nooit de ambities gehad om professioneel iets met tennis te gaan doen, hij vond het heel leuk om te doen, maar zag zichzelf toch niet als beroeps tennis speler.
,,Ik merkte ook wel bij de jongens en meiden om me heen dat het niveau toch wel heel erg hoog lag en dat er heel wat bij kwam kijken. Ik speelde drie, vier keer in de week en als ik een minuutje vrij was dan stond ik tegen een muurtje te rammen, het was echt wel mijn passie. Sowieso is sport dat altijd geweest. Het zat er nu eenmaal in want mijn ouders waren ook sportief. Mijn moeder Sylvia speelde ook tennis. Ik moest niets van mijn ouders, het is altijd met plezier gegaan en mijn moeder was zo gek om me overal naar toe te rijden. Ik zat in de Bond, dan speel je voor Gelderland en soms internationaal. Dan stond ik in Harderwijk en later in de week in Lelystad en daarna nog een keer in Ede. Wat dat betreft ben ik heel dankbaar dat mijn ouders me die gelegenheid hebben gegeven. Sylvia is twee maanden geleden overleden. Zij was degene die me altijd naar tennis heeft gebracht en dit is voor mij een manier om haar te bedanken.‘’
Vorig jaar oktober werd bij de moeder van Jeroen ALS geconstateerd en helaas is ze in korte tijd snel achteruit gegaan. Afgelopen augustus is ze overleden. Bij het ophalen van de herinneringen aan de tenniswedstrijden die Jeroen speelde, komen de herinneringen aan de bijzondere tijd die hij toen samen met zijn moeder doorbracht weer bovendrijven. ,,Ze vond het altijd leuk om te blijven kijken als ik speelde,’’ vervolgt hij. ,,We hadden een Cocker Spaniël, die Edward heette, een echte Engelse naam, en die ging ook altijd mee. Als we naar Lelystad gingen dan kreeg ik altijd een ijsje wat ik met Edward deelde. Het was een prettige tijd. Ze had altijd zin om me ergens naar toe te brengen en te kijken. Ze was ook niet competitief, zoals je bij sommige andere ouders wel zag. Sommige ouders gingen slijmen met de trainer of gebruikten elleboogwerk om iets te bereiken, maar zij deed dat nooit. Toen ik door had wat een Spartaanse opvoeding sommige jongens kregen, en hoe ze gepusht werden in de hoop dat ze later professioneel zouden worden, had ik door dat ik het echt voor de lol deed. Ik kijk met veel plezier op die tijd terug.’’
Op zeker moment kreeg Jeroen een blessure aan zijn knie en mocht hij een jaar niet tennissen. Tijdens de groeispurt bleken zijn spieren niet hard genoeg mee te groeien. Omdat hij toch niet stil kon zitten voetbalde hij in de tussen tijd. ,,Toen ik na een jaar probeerde om terug te komen zei de trainer ‘als ik jou was zou ik stoppen’,’’ klinkt het nog steeds verontwaardigd uit de mond van Jeroen. Dat zijn moeder erg boos was over het gebrek aan tact bij de trainer spreekt voor zich. Jeroen: ,,Later ben ik gaan tennissen bij andere clubs. Daar speelden we eerste klas, dat was leuk maar niet meer het niveau van toen. Ik ben begonnen in Nunspeet toen ik vijf was en ben daar uiteindelijk ook geëindigd. Je merkt ook wel als je zelf kinderen hebt dat je niet meer zoveel tijd hebt om te trainen en ik vond het ook niet meer waard om avonden in te ruilen en dan te gaan tennissen als ze naar bed moesten worden gebracht. Toen mijn oudste dochter een paar jaar oud was, ben ik helemaal gestopt. Ik dacht, ik stop even, maar dat is ondertussen acht jaar geworden. Maar ik mis het wel, hoor. Mijn knieën blijven een zwak onderdeel. Ik doe veel aan hardlopen, fietsen en fitness en dan merk ik dat mijn knie op gaat spelen, maar ja dat hoort bij elke vorm van sport. Daarnaast word je ook ouder. Ik probeer ook altijd een marathon te doen en zou dit jaar die van Amsterdam doen. Door het overlijden van mijn moeder had ik niet zo’n zin om te trainen. Maar volgend jaar doe ik Rotterdam of Utrecht.’’ Jeroen merkt nu hij zelf kinderen heeft die hij naar hun sporten moet brengen hoeveel tijd er gaat zitten in het op en neer rijden. ,,Mijn moeder heeft me best wel lang gereden en ze ging altijd mee. We hebben stad en land afgereisd samen. Ik vind het nog steeds heel bijzonder dat ze dat voor me deed. Nu zie je pas wat ze voor je gedaan heeft. Ik zet mijn moeder graag op deze manier in de spotlight.’’ Jeroen tennist niet meer, maar het blijft altijd zijn passie, zeker als hij het op TV ziet. ,,En toch jeukt het wel om het weer een keer op te pakken,’’ besluit hij.
Door Ank Herstel
Foto’s Bram van de Biezen
Toen & nu
In ‘ Foto Toen en Nu’ laten we Nunspeters en oud-Nunspeters terugkijken aan de hand van een oude foto die in de archieven is opgedoken.