Houten grafzerken dreigen verloren te gaan

0
2469
Het graf van Philips Polak. Geboren in april 1912 in Borgerhout, Antwerpen en gestorven in Nunspeet op 17 februari 1915.

NUNSPEET – De oude algemene begraafplaats aan de Eperweg stamt uit 1828 en staat op de gemeentelijke monumentenlijst. De oudste grafsteen dateert van 1832. Verschillende prominenten uit het Nunspeetse verleden liggen er begraven, onder wie een bisschop en leden van de burgemeestersfamilie Vitringa.

Aan de oostkant zijn honderden graven uit de Eerste Wereldoorlog van Belgische vluchtelingen uit de Eerste Wereldoorlog, die toendertijd werden opgevangen in een barakkenkamp in Nunspeet-Oost, het zogenoemde Belgenkamp. 

Veel van de 7500 zuiderburen die daar zijn opgevangen, werden in het toen oorlogsvrije Nunspeet geveld door de Spaanse griep. Een aantal waaronder veel kinderen vond aan de Eperweg een laatste rustplaats.

De graven zijn voorzien van kleine gietijzeren paaltjes met een nummer. Bijna 650 anonieme, dode Belgen op slechts drie na. Er zijn drie graven gemarkeerd: een stenen plaat voor Johanna Wennemers (14 juli 1885 – 16 april 1917), een verweerd vierkant houten bord voor een kind met de naam Willem (geboren in 1913) en een houten bord in de vorm van een grafsteen voor het jongetje Philips Polak. Hoewel het hout is aangetast is de tekst nog leesbaar. Geboren in april 1912 in Borgerhout, Antwerpen en gestorven in Nunspeet op 17 februari 1915. 

Voor met name de houten grafzerken lijkt het een kwestie van tijd te zijn voordat deze graven weer anoniem worden.