Bert Braambosch heeft een passie voor doedelzakken

0
99

‘In Schotland vinden ze dat het zeven jaar duurt voor je een goede doedelzakspeler bent’

HARDERWIJK – De doedelzak zoals die in de volksmond genoemd wordt, heet eigenlijk bagpipes. Het is een blaasinstrument, want die valt onder de houtenblaasinstrumenten, zoals onder andere de hobo. In 2012 ging Bert Braambosch met zijn vrouw Lisetta naar Schotland, want ze wilden wel eens iets anders dan een vakantie in Frankrijk. Tijdens die vakantie sloeg het doedelzak virus genadeloos toe. Bert: ,,Wij waren in Portree op het eiland Skye, daar werd door een pipeband op straat gespeeld ter vermaak van de toeristen en toen dacht ik ‘dat is een leuk instrument’. Natuurlijk had ik er daarvoor wel eens een gehoord, maar daar in Portree liepen ze in parade, en dat komt best aan. Daar was ik erg van onder de indruk. Dat maakte dat ik het leuk ben gaan vinden. Dan ga je een beetje zoeken en je erin verdiepen en dan kom je erachter dat in Nederland ook doedelzak gespeeld wordt. Ik ben aanvankelijk begonnen bij een club in Dronten, maar tegenwoordig speel ik bij de City of Apeldoorn Pipes & Drums. Toen ik begon met doedelzak spelen is mijn vrouw kort daarna begonnen met het spelen van de tenordrum. Zo is het een gezamenlijke hobby geworden, we houden het aardig vol om gezamenlijk dingen te doen. Elke donderdagavond gaan we naar Apeldoorn voor de repetitie en om de veertien dagen ga ik naar Aalsmeer, waar ik privéles krijg.’’

Het duurde een tijdje voordat Bert, na zijn eerste kennismaking tijdens zijn vakantie in 2012, daadwerkelijk bij een club aanhaakte. Hij heeft lang getwijfeld, maar uiteindelijk toch in 2016 de knoop doorgehakt. Op de vraag hoe lang het duurt voor een beginner goed doedelzak speelt, haalt Bert een gezegde uit Schotland aan: ‘It Takes Seven Years To Make a Piper’, dus zeven jaar voor je een goede doedelzakspeler bent. Ik heb eerst ruim een jaar op een practice chanter gespeeld, dat is een oefenfluit. Daarop leer je de noten spelen, de versieringen, en later de melodieën. Die practice chanter is alleen de fluit zonder de luchtzak. De chanter heeft maar negen noten, dus dat is wel te overzien. Maar het maken van de versieringen, en onderbrekingen met nootwisselingen maakt het ingewikkeld. Na één tot anderhalf jaar ga je dan eindelijk op de doedelzak spelen, daar krijg je eigenlijk het idee dat je weer helemaal opnieuw begint te spelen, omdat er dan nog veel meer techniek bij komt. Als je denkt dat het op de practice chanter goed gaat, valt het op de doedelzak weer tegen,’’ zegt hij. Goede longen zijn wel vereist als doedelzakspeler, maar volgens Bert maak je het jezelf makkelijker als je een beetje conditie hebt, maar vooral veel oefent om de techniek goed onder de knie te krijgen. Bert gebruikt thuis vooral de practice chanter om te oefenen, zodat de buren er geen last van hebben.

De doedelzak bestaat uit een aantal onderdelen: Een blaaspijp, waarmee je de zak voortdurend vult met lucht. De drones, dat zijn de pijpen die omhoog staan, die geven die continue grondtonen. En een chanter, dat is de pijp met gaten die naar beneden wijst, daarop wordt de melodie gespeeld. Het mooiste is het als iedereen tegelijk begint en dat is al een techniek op zich. Daar komt ook nog bij dat de druk in de zak stabiel moet zijn anders gaan worden de tonen hoger of lager. Omdat Bert bij de City of Apeldoorn Pipes & Drums begon als basdrummer, en daarnaast met de doedelzak aan het oefenen was, kon hij al vrij snel mee de straat op. ,,Het lopen moet je zien als een soort militaire mars. Militairen lopen 100 tot 110 passen per minuut en wij zitten rond de 80 passen,’’ aldus Bert. Er worden ongeveer 20 optredens per jaar gegeven, waaronder Eerste en Tweede Wereldoorlog herdenkingen. City of Apeldoorn Pipes & Drums is gelieerd aan het Royal Canadion Legion en verleent medewerking aan het herdenken van Canadese oorlogsslachtoffers, bijvoorbeeld op 5 mei tijdens het defilé in Wageningen. Ook speelt City of Apeldoorn mee bij Music Show Scotland en daar bespeelt Bert de basdrum.

Bert: ,,Oorspronkelijk komt de doedelzak helemaal niet uit Schotland, maar uit het Midden Oosten. Vandaar is de doedelzak de hele wereld overgegaan en hebben de omgevingen verschillende doedelzakken ontwikkeld. In Nederland is een doedelzak ontwikkeld die twee drones heeft. De techniek komt wel overeen, maar de klank en de nootvoering is anders. In Schotland is er een variant op gekomen die uiteindelijk de meest bekende doedelzak is geworden: de Great Highland Bagpipes, zoals deze officieel genoemd wordt. Een vorige instructeur die ik had, vertelde me dat volgens hem de doedelzak een solo-instrument is en minder geschikt is voor samenspel. Ik kan die visie wel snappen, want het is razend moeilijk om iedereen in de band een gelijke toon te laten maken, omdat een beetje drukverschil bij verschillende spelers het geheel juist vals kan laten klinken. Hoe beter je een goede druk kan houden, hoe mooier dat klinkt.’’ Over klinken gesproken: een doedelzak produceert tussen de 95 en 105 decibel, reden voor de beoefenaren om gehoorbescherming te dragen.

Tijdens voorstellingen draagt Bert uiteraard het Schotse uniform. Om zichzelf netjes aan te kleden is hij ongeveer 20 minuten bezig. Het meest opvallend is natuurlijk de kilt. De tartan, de geruite wollen stof, waar de kilt van wordt gemaakt heeft voor de City of Apeldoorn de kleuren die overeenkomen met de kleuren uit het wapen van Apeldoorn, evenals het embleem op het overhemd. Op de kilt wordt de kiltpin gedragen, die is er voor versiering, en zorgt ervoor als gewichtje dat de kilt blijft zitten als het waait. Over de kilt hangt een sporran, een tasje. In de kilt zitten geen zakken. Ik bewaar mijn autosleutels en mijn mobiel in mijn sporran,’’ lacht hij. Verder maken kniekousen onderdeel uit van het uniform, de lapjes die er aan zijkant opzitten heten flashes. De Sgian Dubh is een kleine dolk die in de kniekous zit. ,,Oorspronkelijk hadden de Schotten dit wapen onder hun oksel verstopt. Als ze ergens binnen kwamen dan haalden ze de dolk tevoorschijn en legden die op tafel om vertrouwen te schenken. Tegenwoordig wordt de Sgian Dubh alleen als sieraad in de kous van het rechterbeen gedragen. De schoenen heten Ghillie Brogues en zien er zonder tong kenmerkend uit. De lange veters worden gedeeltelijk over de kousen gedraaid. Op de foto draagt Bert op zijn hoofd een Glengary, maar soms staat er een Balmoral op zijn hoofd, die laatste lijkt een beetje op een alpinopet. Op 4 maart werkt City of Apeldoorn Pipes & Drums in Rotterdam Ahoy mee aan de Music Show Scotland. Wie geïnteresseerd is en misschien ook Schotse doedelzak of drum wil leren spelen, kan altijd contact opnemen met City of Apeldoorn Pipes and Drums, secretariaat@cityofapeldoorn.nl, of kijk op de website: www.cityofapeldoorn.nl 

Door Ank Herstel. Foto’s Maarten van de Biezen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here