Tegen het Nunspeetse bedrijf Precision Equipment B.V. is door het openbaar ministerie een boete van twintigduizend euro geëist. Tegen de leidinggevende van het bedrijf werd door de officier van justitie bij de rechtbank in Amsterdam een werkstraf geëist van 160 uur waarvan 80 uur voorwaardelijk.
Het bedrijf wordt verdacht van de uitvoer van verboden goederen naar Iran. Het gaat om de uitvoer van afsluitingsringen van Viton en polytetrafluothyleen welke niet zonder vergunning mogen worden geleverd aan Iran. De ringen zijn van cruciaal belang voor de nucleaire industrie. In totaal werden vijftien ringen verstuurd.
Volgens de officier wist de leidinggevende van het bedrijf dat een vergunning verplicht was. Vooral omdat de eerste keer een vergunning was aangevraagd maar deze was geweigerd. Dit omdat er onvoldoende waarborgen zijn dat de ringen uitsluitend voor civiele doeleinden worden gebruikt.
De officier vindt dat het om ernstige feiten gaat. De sancties aan Iran zijn opgelegd omdat het land geen inzicht wil geven in nucleaire programma’s. Het feit dat de leidinggevende ervan was overtuigd dat de ringen niet voor verkeerde doelen worden gebruikt doet geen afbreuk aan de ernst van de feiten. Voor hem weegt zwaar dat de verdachte getracht heeft doelbewust en opzettelijk de regels te omzeilen.
Hij vindt dat met de uitvoer zonder vergunning de Nederlandse overheid de kans wordt ontnomen om de controleren welke militaire goederen uit Nederland waarheen gaan. Hij spreekt van ondermijning van de Nederlandse staat door verdachte.
De rechtbank doet over veertien dagen uitspraak.