Column: Buiten spelen

0
994

In de tuin van de familie B staat een mooie grote trampoline met zo’n vangnetstellage eromheen. Nu de lente om de hoek komt kijken gaan de 3 kinderen graag naar buiten om te spelen en te springen. Trouwens in de tuin staan nog meer speelattributen als een speelhuis met een schommel en een wipwap ernaast. Er is ook een oprit waarop je prima kan skeeleren / rolschaatsen. Genoeg om lekker buiten te spelen.

De oudste, Gert van 8, skeelert lekker hard en remmen lukt hem ook goed. Hij heeft een helm, pols-, elleboog- en kniebeschermers, maar vond het altijd stom om die om te doen; hij valt toch niet. Op de trampoline springt en duikelt hij als een echte acrobaat. Op woensdagmiddag wil hij wel eens een vriendje meenemen om samen te skeeleren en te springen; kortom om buiten te ravotten.

Jannie van 6 vindt springen heel leuk en zij houdt ervan om mooie sprongen te maken en dat is zij hard aan het oefenen. Dat doet zij liever niet als Gert er op is. Wanneer zij een vriendinnetje te spelen heeft, kunnen ze ook leuk in het speelhuisje spelen of lekker schommelen. Skeeleren vindt ze ook leuk en ze is hard aan het oefenen. Ook zij heeft een helm, pols-, elleboog- en kniebeschermers; alleen die zwarte kleur vindt ze niet zo mooi; ze had liever roze gehad, maar ja ze draagt ze wel, want ze heeft gezien dat je ze wel nodig hebt.

En dan de kleine Wim van net 5. Hij vindt schommelen geweldig, liefst zo hoog mogelijk. Eigenlijk wil hij met zijn grote broer meedoen op de trampoline en hij vindt dat hij al goed kan springen. En wat is leuker om samen met Gert te springen. Hij toert ook graag op zijn fietsje rond. Mam heeft gezegd dat ze beter om beurten kunnen gaan springen, dan is de kans op botsingen kleiner. Maar ja er kan altijd van alles gebeuren. Zoals vorig jaar. Gert was lekker aan het skeeleren. Die helm en die beschermers vond hij vervelend en stom, dan kan je niet vrij bewegen, vond hij. Totdat hij een schuiver maakt. Zomaar en waarover? Hij heeft geen idee. Hmm, zijn rechter pols doet pijn. De skeelers klikt hij los. Moeizaam krabbelt hij overeind. Toch maar even naar binnen, naar mama.

Mama mag niet aan zijn pols komen; dan maar naar onze praktijk bellen. Het is tegen 4 uur in de middag en gezien de tijd wordt besloten om direct een foto van zijn pols in het ziekenhuis te laten maken. Op naar het ziekenhuis en ja hoor: Gert heeft zijn pols gebroken. Nu moet hij in het gips. Hij mag zelf de kleur bepalen. Hij vindt dat blauw wel mooi. Maar van vrij bewegen is nu even geen sprake.

In het ziekenhuis werd gevraagd of hij in het vervolg zijn helm en die beschermers om gaat doen.

Gert zegt niks.

John en Carolien Polderman – Götte, huisartsen