erst meet ik zijn bloeddruk; die is 123/80, dat is mooi.
Dan vraag ik Rob zijn bovenlijf bloot te maken en met mijn rode stethoscoop beluister hem.
Dat doe ik meestal met mijn ogen dicht, om me beter op de geluiden te kunnen concentreren.
Ik hoor ruw ademgeluid en er is een links-rechts verschil ten nadele van rechts boven, wat betekent dat ik links meer ademgeruis hoor dan rechts en rechtsboven nog wat minder.
Dat ruwe ademgeruis kan wel passen bij irritatie van de luchtwegen door bijv. bronchitis en/of roken, maar dat links-rechts verschil kan ik daar niet mee rijmen.
Dan nog het feit dat Rob al jaren ‘Javaanse Jongens’ rookt, – dat is shag dat het midden houdt tussen halfzware en zware shag – doet mijn gedachten toch wel in de richting van longkanker gaan, maar éérst moet er nader onderzoek gedaan worden om dat zeker te krijgen.
Rob kleedt zich weer aan en gaat terug zitten.
We bespreken mijn bevindingen van het lichamelijk onderzoek.
Rob schrikt van het feit dat er een verschil in de longen te horen is en dat ik rechts boven wat minder ademgeruis heb gehoord.
“Ik dacht een bronchitis of zo. Wat kan dat zijn? Betekent het dat ik longkanker heb?” vraagt hij en hij is even stil.
“Die mogelijkheid van longkanker is zeker aanwezig“, zeg ik op mijn beurt en ik leg uit:
“Dat roken de belangrijkste oorzaak van longkanker is, weten we inmiddels zeker en daarom is stoppen-met-roken sowieso altijd een goed idee om te doen.
Komt dat even goed uit want het is nu “Oktober-Stoptober”. Dus zeg die ‘Javaanse Jongens’ maar adieu! Weet je trouwens wat ’adieu’ betekent? Dat betekent letterlijk ‘Tot God’.
Maar hoor eens, we weten nu nog niets zeker, maar omdat mijn gedachten naast bronchitis wel in de richting van longkanker gaan, moet er eerst nader onderzoek gedaan worden.
Wat inhoudt dat we een longfoto [X-Thorax] moeten laten maken en er moet bloedonderzoek plaatsvinden.
Als we dat binnen hebben, kunnen we plannen over hoe en wat we verder gaan doen.”
Wat ik net gezegd heb, moet Rob even op zich in laten werken.
Dan vertelt hij dat Mies hem al vaker heeft gezegd dat hij moest stoppen met roken, omdat de kans op longkanker bij rokers veel groter is dan bij niet-rokers.
Trouwens zij rookt zelf niet en ze vindt het niet fijn als hij naar rook “ruikt” – aardig gezegd.
Hij vertelt verder dat hij het zelf meegemaakt heeft dat zijn beste vriend Ben, eveneens een verstokte roker, stembandkanker gekregen heeft. En Ben kon niet stoppen met roken en hij heeft tot zijn eind toe doorgerookt. Rob is toen ook door blijven roken.
“Verdorie, was ik toen met Ben maar gestopt met roken!” roept hij uit.
“Stoppen met roken is een moeilijke zaak; je moet de strijd met jezelf én de sigaret aangaan. Voor ondersteuning kan je terecht bij onze praktijkondersteuner Yvonne. Maak maar een afspraak bij haar.” zeg ik tegen Rob.
John en Carolien W.M. Polderman – Götte, huisartsen