De koe vergeet dat ze kalf geweest is

0
12

Zoals ik al eens eerder opgemerkt heb, komen op het spreekuur vaak eenzelfde soort problemen geclusterd voor.
Zo ook kwam de afgelopen week tweemaal een moeder praten over problemen die zij ervaart met de opvoeding van haar kinderen.

Vandaag staat Marja vandaag als eerste op mijn spreekuur.
Marja heeft een lange afspraak aangevraagd, want ze zit met een probleem.
Van Marja weet ik dat ze met Peter getrouwd is.
De zwangerschappen en bevallingen van hun beide kinderen Marie en Jos heb ik mogen begeleiden. Marie is inmiddels 20 en Jos is bijna 18 jaar.

Ik loop naar de wachtkamer. “Kom verder Marja en neem plaats”.
Ze doet haar jas uit en gaat zitten met een zucht.
”Wat kan ik voor je betekenen?” vraag ik haar.
“Tja, hoe zal ik het zeggen” aarzelt ze.
“Ik denk gewoon zoals het is” glimlach ik.
”Nou ja het gaat om Jos; het gaat helemaal niet goed met hem. Hij ziet het leven niet zitten. Hij sluit zich af. Hij maakt zijn huiswerk niet en op school gaat het niet goed.
Hij ziet de zin van het leven niet en wil ook niet meer mee naar de kerk.
En hij verdoet zijn tijd met z’n vriendinnetje Lisa. Ze is 15 jaar, ze is van een andere kerk en dat kind heeft zelf ook problemen. Maar hij zegt dat hij goed met haar kan praten. Nou daar zijn we het helemaal niet mee eens!”
“Oh”, zeg ik. “Weet Jos dat je er met mij over praat?”
“Ja,” zegt ze.
“Tja, daar kan ik nu moeilijk over oordelen. Is het een idee om met Jos te praten?”
“Dat lijkt me een goed idee,” zegt ze. “Ik zal het met hem bespreken.”

Enkele dagen later zie ik Jos op het spreekuur. Hij steekt direct van wal.
“Tja, van mijn moeder moest ik een afspraak maken, maar ik zie er de noodzaak niet zo van in. Ja, ik denk veel na over de zin van het leven en het geloof, dat klopt. Maar dat doet, denk ik, iedereen van mijn leeftijd. Ik kan daarover fijn met Lisa praten, die kent u toch wel? Ik vind haar leuk, maar ik weet niet of ze mij ook zo leuk vindt.”
“Ja zeker, ken ik Lisa”, zeg ik. “Er is niks mis mee om over de zin van het leven en het geloof na te denken en erover te praten met je vriendinnetje.”
“Nou”, zegt Jos, “ze is een vriendin met wie ik veel optrek en praat, maar ze is nog niet mijn vriendinnetje.”

Dan bedenk ik mij de gezinssituatie van Marja en Peter:
Er is een leeftijdsverschil tussen Marja en Peter; Peter is zo’n 20 jaar ouder dan Marja en hij heeft een dochter uit een eerder stukgelopen huwelijk.
Nu zou ik Marja willen vragen: “Hoe hebben jouw ouders gereageerd hebben toen je met Peter thuis kwam?”

John en Carolien Polderman – Götte, huisartsen