Het is zondag in de namiddag en al een beetje schemerig aan het worden.
In mijn naaihoek heb ik net een kapotte rits uit een jack getornd en nu ben ik een nieuwe rits erin aan het zetten. Een priegelwerkje dat ik had uitgesteld omdat het nou niet echt het leukste werkje is. Maar soms moet het gewoon toch maar gedaan worden.
Er wordt opeens bij de poort aangebeld.
Op de display zien we een aantal onbekende mensen staan; een van hen, een man, heeft een met bloed doorweekte doek om zijn hand.
We doen de poort open en laten ze binnen in de praktijk; praktijk aan huis hè.
Met handschoenen aan haal ik voorzichtig de met bloed doorweekte doek van zijn linker hand weg terwijl ik vraag wat er gebeurd is. De man logeert hier in de buurt. Het blijkt dat hij eten aan het bereiden was. Het openmaken van een blik ging erg lastig.
Toen hij probeerde met een mes het blik te openen, schoot het mes in zijn linker hand.
Ik vraag of de man ook medicatie gebruikt, zoals bloedverdunners. Dat is niet zo.
Bij inspectie van de hand zie ik een grote snee precies tussen de linker duim en wijsvinger; het bloedt behoorlijk.
Dan maak ik de wond goed schoon met Hibicet, een desinfecterend schoonmaakmiddel.
Vervolgens kijk ik of de vaten, de pezen en de zenuwen van duim en wijsvinger geraakt zijn.
Ik vraag hem of hij zijn duim kan bewegen; buigen, strekken en met de duim naar de pink bewegen evenals met de duim de andere vingertoppen aan te raken.
Ook test ik of het gevoel rondom de snijwond en in het verloop van de zenuwen gewoon goed aanvoelt.
Dat doe ik door met mijn vinger langs zijn beide handen tegelijk over de gelijke plaatsen te strijken en vraag of er verschil in gevoel tussen links en rechts is.
Gelukkig kan hij zijn duim en wijsvinger goed bewegen en is het gevoel in de linker hand gelijk aan dat van de rechter hand. Als de pezen door waren, zou hij alsnog toch nog naar de plastische chirurg in het ziekenhuis moeten.
Nu begint voor mij een heel leuk werkje; het hechten van de snee. Een “naaiwerkje”.
Eerst moet ik moet ik de wondranden verdoven met lidocaïne-injecties; dat is wel pijnlijk maar anders wil en ga ik niet hechten.
Wanneer de verdoving goed zit, begin ik in het midden van de snijwond met de 1e hechting. Dat gaat met een lange hechtdraad met naald eraan; eigenlijk een “luie-naaisters-draad”.
Zo leg ik 7 huidhechtingen aan.
De snijwond is dicht en het bloedt ook niet meer.
Dan pak ik zijn hand in een verband in zodat hij zijn duim niet kan bewegen; dat is beter voor de genezing van de wond.
Omdat ik niet weet of het een schoon mes was, krijgt de heer een tetanus-booster in zijn arm. We maken een afspraak voor wondcontrole op dinsdag.
Dan ga ik weer verder met mijn andere naaiwerkje.
John en Carolien Polderman – Götte, huisartsen te Elspeet