De man kijkt nog wat wazig om zich heen en reageert ook wazig, maar hij reageert tenminste!
Hij heeft geen enkel idee wat er gebeurd is.
Dan wordt hij op de brancard gelegd en aangesloten op de hartbewaking.
Alhoewel hij nog wel erg grauw eruit ziet, denk ik opgelucht: “Hij heeft het gered”.
Wanneer de ambulancemedewerkers de man vanuit de spreekkamer naar de ambulance rijden, kunnen wij zelf wat opgelucht op adem komen. Wat een heftig gebeuren!
Zo’n reanimatie doet veel met ons allemaal en wanneer de reanimatie “gelukt” is, valt er een hele last van je af en we praten na over wat er nou precies gebeurd is.
Wanneer een reanimatie niet lukt, staan we allemaal er verslagen bij.
Soms breekt het bij je handen af. Ook dan bespreken we het gebeuren met elkaar.
Vandaag is de reanimatie gelukt en we gaan bij elkaar zitten om met elkaar te bespreken wat de aanleiding van het spreekuurbezoek was, hoe het consult verlopen is en hoe het kwam dat de man opeens onderuit ging.
Door er met elkaar over te praten, proberen we het gebeuren te begrijpen en te verwerken.
Daarbij kijken we naar leerpunten.
Een van de leerpunten is dat er direct een hulpverlener met een AED in onze praktijk aanwezig was en dat heeft waarschijnlijk verschil gemaakt.
Conclusie is dat er een AED op de praktijk aanwezig moet zijn en die is inmiddels aanwezig.
Aan het eind van de middag bellen we met de Isala om te informeren hoe het nu met onze man is. Hij blijkt meer tot zijn positieven te zijn gekomen en het gaat naar omstandigheden goed met hem.
Zo’n twee weken na het voorval staat er in de koffiepauze iemand met een enorme bos bloemen in onze praktijk; het blijkt onze man te zijn.
Hij is gekomen om ons te bedanken voor onze inzet en actie.
Wanneer ik aan hem vraag wat hij ervan heeft meegekregen, vertelt hij dat hij alleen nog weet dat hij naar de praktijk liep en dacht : “wat een mooie plek met zoveel groen” en in het ziekenhuis was hij pas veel later tot zijn positieven gekomen.
Dan wrijft hij over zijn borst en zegt: “Alleen heb ik wel veel last van mijn borstkas en mijn ribben.”
Voorzichtig steek ik mijn vinger in de lucht en zeg: “Sorry, dat heb ik u aangedaan bij de hartmassage, ik kon niet anders om uw leven te redden.”
Hij zegt: “Daar ben ik blij om en die pijn in mijn ribbenkast gaat van zelf wel weer over.”
John en Carolien Polderman – Götte, huisartsen te Elspeet