NUNSPEET – Binnen de gemeente Nunspeet zijn er geen signalen dat kinderen niet bereikbaar zijn voor hun school. Door de leerplichtambtenaar wordt gekeken naar de samenwerking met het centrum jeugd en gezin en de scholen.
Dat geeft het college van burgemeester en wethouders aan naar aanleiding van vragen van de jeugdfractie van de Adviesraad sociaal domein Nunspeet. De fractie heeft zorgen over de jeugd in de gemeente Nunspeet omdat de problematiek zich kan verdichten als gevolg van de corona-crisis.
Het college geeft aan dat er ook geen signalen zijn dat er onvoldoende aandacht is voor leerlingen die geen computer of tablet hebben om thuisonderwijs te volgen. Door de scholen is een inventarisatie gedaan en contact gelegd met de ouders. Het college heeft de scholen geïnformeerd over de mogelijkheden vanuit het Rijk rond de aanschaf van tablets.
Scholen hebben extra aandacht voor kwetsbare kinderen en zijn er van op de hoogte dat de kinderen mogen worden opgevangen in de noodopvang. Deels is dit momenteel minder aan de orde nu de scholen geleidelijk aan weer volledig open gaan.
Door de jeugdfractie is ook gevraagd of er voldoende zicht is op doublures in de jeugdzorg. Dit naar aanleiding van signalen dat er veel dubbel dan wel ongecoördineerd werk plaats vindt. In sommige situaties lopen zorgverleners de deur plat. Het college geeft aan de stapeling van zorg zo veel mogelijk tegen te gaan. Opvallende zaken worden besproken met het centrum voor jeugd en gezin. In principe zijn, zo zegt het college, ouders hierin bepalend.
Gevraagd is tevens naar richtlijnen over wat in de jeugdzorg thuis kort en wat normaliter in een gezin dient te worden ‘opgelost.’ Dit omdat anders de jeugdzorg een ‘afvalputje’ kan zijn. Het college zegt dat de Jeugdwet de gemeenten de brede opdracht geeft jeugdigen te
ondersteunen bij allerlei problemen. Om te voorkomen dat er veel beperkingen op dit gebied worden opgelegd is door de wetgever bewust geen checklist bijgevoegd wat wel en niet onder de jeugdzorg valt. De wet geeft aan dat de gemeente een zorgplicht heeft voor zover de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen ontoereikend zijn.