NUNSPEET – ,,Tja, in hoeverre kies je voor een beroep,’’ antwoordt Geurt de With op de vraag of hij altijd al orgelbouwer wilde worden. ,,Je komt vaak door omstandigheden ergens terecht. Wij hadden thuis wel een orgel en vond dat heel leuk.
Toen ik van school kwam heb ik een poosje op een boerderij gewerkt. Daar vlakbij liep ook een koppel schapen van iemand die orgelpijpenmaker was. Toen die schapen op zeker moment uitbraken kwam ik met hem in contact en vroeg hij of ik een keertje bij hem in het bedrijf kwam kijken. En zo ontwikkel je als 15/16 jarige een bepaalde interesse.’’
In Nederland bestaan geen opleidingen tot kerkorgelmaker en zo kwam het dat Geurt als 16-jarige bij de betreffende man ging werken om het vak te leren. Na een jaar kwam hij terecht in Nunspeet waar hij bij orgelbouwers Hendriksen & Reitsma ging werken. ,,Dan leer je binnen het bedrijf hoe een orgel in elkaar steekt en hoe je dat moet maken. En dan moet nog blijken of het je wat lijkt. Uiteindelijk ben ik daar blijven hangen en er nooit meer weggegaan,’’ zegt hij.
Volgens Geurt zijn er mensen die het na een poosje voor gezien houden en weer weggaan, maar hij mocht na een jaar of drie al zelfstandig op pad voor het onderhouden, stemmen en repareren van orgels. ,,Dat werd op een gegeven moment wel de hoofdmoot en de tijd die over was werd besteed aan het maken van onderdelen voor orgels zoals bijvoorbeeld blaasbalgen en registermechaniek.’’
In de kerkorgelwereld is het gebruikelijk dat een kerk of orgeladviseur die naar een orgel op zoek is, naar de orgelbouwer toekomt met een plan of idee. Dan kunnen meerdere orgelbouwers inschrijven, waarna er een paar bedrijven overblijven waar de eindgesprekken meegevoerd worden. Iedere orgelbouwer levert een plan, tekeningen en een prijs in en uiteindelijk wordt bepaald wie de opdracht krijgt. Sommige klussen komen rechtstreeks van de kerk omdat de orgelbouwer daar al jaren een goed contact mee heeft, waarna het bouwen kan beginnen.
,,Nieuwbouw hebben we al jaren niet meer gedaan, zegt Geurt. ,,Mijn bedrijf is wat kleiner, ik heb er geen tijd voor en er is sowieso weinig nieuwbouw. De kerken die er nog zijn kunnen, doordat er veel kerken dicht gaan, gebruikte orgels kopen, waardoor het hergebruik van orgels plaatsvindt. Als dat goede orgels zijn, zijn er best wel klanten voor te vinden.
Het beroep van orgelmaker zal niet zo snel uitsterven want er zullen altijd orgelmakers nodig zijn, al was het alleen maar voor de orgels die zich in rijksmonumenten bevinden en onderhouden moeten worden.’’
Om van begin tot eind een kerkorgel te kunnen maken, dient de maker over tal van handvaardigheden te beschikken. De orgelpijpen bijvoorbeeld, die kunnen zelf gemaakt worden of besteld bij een speciaal bedrijf. Dat moet dan wel precies volgens de gegevens die de orgelmaker opgeeft gebeuren. En dat houdt ook in dat je zelf de materiaalsamenstelling en legeringen op moet geven.
De meeste onderdelen van het orgel worden zelf met de hand gemaakt. Pijpen, klavieren, windladen, registers en pedalen, het is bijna allemaal handwerk. En dan moet er ook nog eens een kast omheen gebouwd worden. In die zin is het ook niet verwonderlijk dat voor de bouw van sommige kerkorgels vier tot vijf mensen een heel jaar bezig zijn.
Maar zoals gezegd, dat gebeurt tegenwoordig in het bedrijf van Geurt niet meer. Hij richt zich voornamelijk op onderhoud, stemmen, reparatie, restauratie en overplaatsing. Geurt: ,,Een orgel moet onderhouden worden”. Er kunnen allerlei dingen slijten en kapot gaan. Ook kunnen er beestjes in gaan zitten of vuil. Daarnaast is het van belang om de luchtvochtigheid in de gaten te houden, want anders gaat de boel kromtrekken en scheuren. Het gebruik van het orgel is helaas in sommige kerken een beetje naar de achtergrond verdreven en dan is de prioriteit om het orgel goed bij te houden ook minder groot.
Om een kerkorgel te kunnen maken moet de bouwer beschikken over handvaardigheden als metaalbewerker, houtbewerker, creativiteit, kunnen tekenen, een goed gehoor hebben, maar volgens Geurt is de meest belangrijke kwaliteit waarover een orgelbouwer moet beschikken, geduld.
Geurt: ,,Je kunt niet denken ‘ik ga ‘s morgens ergens naar toe en ben om drie uur thuis, want dat valt altijd tegen. Als mijn vrouw vraagt hoe laat ik thuis ben is het antwoord bijna altijd ‘ik zie wel’. Nog afgezien van het verkeer is het lastig om vooraf in te schatten hoeveel tijd je ergens aan kwijt bent.
Onlangs moest ik ergens naar toe om een orgel te stemmen, maar eenmaal ter plaatse bleek dat er veel meer aan de hand was. Ik ben helemaal niet aan stemmen toegekomen. Je moet eerst zorgen dat het orgel weer bespeelbaar is en de problemen oplossen voor je kunt gaat stemmen, Je kunt natuurlijk wel gaan stemmen, maar dat is het paard achter de wagen spannen”.
In de huiskamer van Geurt staat een schitterend orgel. Het verhaal erachter is bijzonder. ,,Deze oude kast heeft jarenlang bij iemand in de schuur gestaan. Iemand uit Oldebroek had hem gekocht bij een antiekhandelaar in Nunspeet. Er bleek een orgel in gezeten te hebben. Alleen was het hele binnenwerk en het klavier verdwenen. Samen met een collega hebben we, in onze vrije tijd, er weer een orgel ingebouwd. Het houtsnijwerk en de pijpen waren ook verdwenen, de collega van mij heeft het houtsnijwerk gemaakt, en zo doe je allebei een stukje. Het staat nu bij mij in de kamer maar eigenlijk mag ie wel weer weg, want op deze plaats in de kamer heeft een orgel gestaan waar ik aan begonnen ben toen ik 17 jaar was. Dat orgel moet nodig gerestaureerd worden, daarom staat dat orgel nu in de schuur met het idee, dat als ik een keertje niets te doen heb, dan ga ik daarmee aan het werk en daarna mag dit orgel weer weg.’’
Door Ank Herstel
Foto’s Bram van de Biezen
Volgens De Dikke van Dale is de definitie van een ambacht een vak waarbij je iets met de hand maakt. Of het eindproduct met de hand of met een machine gemaakt wordt, maakt meestal niet uit. Ambachtslieden werken doorgaans met passie en beheersen hun vak tot in de perfectie. De komende tijd laat de Veluwse Courant ambachtslieden die oude óf nieuwe ambachten beoefenen graag aan het woord. Meedoen? Stuur een mail naar redactie@develuwsecourant.nl