Herstel en versterking natuurgebied Bloemkampen

0
1714

HULSHORST – Het natuurgebied Bloemkampen tussen Hulshorst en Hierden moet tussen 2021 en 2025 worden hersteld en versterkt. Met de aanleg van nieuwe natuur en het versterken van de bestaande natuur moet een gebied van ruim driehonderd hectare ontstaan met bloemrijke hooi- en graslanden.

Het gebied is al grotendeels eigendom van Natuurmonumenten. Er zijn nog zo’n tien aangrenzende percelen in eigendom van andere eigenaren. Ook zijn inmiddels gesprekken gevoerd met grondgebruikers die niet direct binnen het plangebied vallen. Maar mogelijk wel met een heel beperkte vernatting van hun gebied te maken krijgen. Doel was om te zien of dit voor hen acceptabel is.

Tijdens bijeenkomsten met bewoners en organisaties is aangegeven dat het momenteel slecht gaat met de weidevogels in het gebied. Natuurmonumenten hoopt dat de ontwikkeling van bloemrijke graslanden ook een positief effect heeft op het aantal en soorten weidevogels.

Uitgangspunt is dat over een aantal jaren de weilanden zijn veranderd in kleurrijke gras- en hooilanden. Waar het geel van de dotterbloemen, het lila van de pinksterbloemen en het roze van de koekoeksbloemen weer volop is te zien. De maatregelen hiervoor moeten nog tot in detail worden uitgewerkt voor de benodigde vergunningen kunnen worden aangevraagd bij gemeenten en Waterschap Vallei & Eem.

Het gebied is van oorsprong een vochtig gebied. De afgelopen jaren is het gebied veel droger geworden en zijn veel meststoffen aan de bodem toegevoegd. Hierdoor is, zo zegt Natuurmonumenten, de variatie aan planten, enorm afgenomen. Bij de te nemen maatregelen geldt dat deze geen onverwachte effecten mogen hebben op landbouwgronden en woningen.

Eén van de beproefde maatregelen om een gebied natter te maken is het ondiep maken van watergangen. Hierbij kan ook de aanleg van een zogenoemde randsloot meewerken. Deze mogelijkheid is meegenomen in de onderzoeken. Zo’n sloot moet er voor zorgen dat na een periode met veel neerslag het water dat van de bovenstroom buiten het gebied komt, goed wordt afgevoerd.

Onderzoek wijst uit dat de aanpassingen aan de Leuvenumse beek in het Leuvenumse bos gunstig uitpakken. Door de beek op enkele plaatsen ondiep te maken overstroomt het gebied daar sneller en hoeft minder water te worden afgevoerd. Dat maakt dat de piekbelastingen in de afvoer veel geringer zijn.

In het gebied Bloemkampen worden beken, sloten en greppels op een aantal plekken minder diep gemaakt. De beken blijven wel herkenbaar in het landschap. Ook moet het te veel aan meststoffen worden verwijderd. Dat kan door de bovenlaag te plaggen en af te voeren. Maar ook kan dit via uitmijnen. Het gaat dan om een uitgebalanceerde bemesting en het afvoeren van het maaisel om het fosfaatgehalte omlaag te brengen.