Enige tijd later zit Peter in de wachtkamer.
“Goedemorgen, kom verder”, zeg ik.
“Peter”, stelt hij zich voor. “Van m’n vrouw Ineke moest ik voor een APKtje komen.”
“Aangenaam kennis te maken”, zeg ik. “Ja dat klopt. Tijdens ons laatste contact over de drukke bemoeienissen met haar moeder wat best vermoeiend kan zijn, stelde ik voor een bloed onderzoek te laten doen. En verder opperde ik dat het misschien geen gek idee is om met jou eens kennis te maken, omdat ik je niet ken en in je dossier dat wij van je vorige huisarts ontvangen hebben weinig staat”.
“Ja dat kan wel kloppen. Ik ben geen dokter-loper. Ik ben nooit ziek of zo. Wat voor gegevens wil je dan hebben?” vraagt hij.
“Bijvoorbeeld over welke aandoeningen zoals hart- en vaatziekte, diabetes mellitus etc. in jouw familie voorkomen. Hier in de praktijk komen mensen wel zelf met die vraag om een APKtje, waarmee een bloedonderzoek, een bloeddrukmeting bedoeld wordt; een check-up.
Wanneer je bijvoorbeeld bekend bent met een verhoogde bloeddruk of diabetes dan worden de bloedwaarden geregeld bepaald en de bloeddrukken geregeld gemeten.”
“Ah, bedoel je dat. Tja, mijn vader is jong aan een hartinfarct overleden.”
“Oh dat moet zwaar geweest zijn, wat naar. En je verdere familieleden, hebben die hart- en vaatziekten, diabetes of een andere aandoening?”
“Dat weet ik niet, met mijn broer en zus heb ik al jaren geen contact.”
“Oh, dat is jammer”.
“Och, jammer; na mijn vaders overlijden heb ik voor mijn moeder en m’n jongere broertje en zusje moeten zorgen, omdat mijn moeder wegzakte in een depressie. Op een gegeven moment accepteerden die twee mijn bemoeienis niet meer en er volgde ruzie. Mijn moeder gleed steeds verder weg en is dement geworden. Ze is overleden.”
“Poeh, wat een zware taak moet dat voor je geweest zijn en een verdrietig verhaal”.
“Dat mijn schoonmoeder ook dement geworden is en dat Ineke daar zo druk mee bezig is, vind ik lastig”, zegt hij.
“Dat kan ik me voorstellen, dat roept herinneringen op. Kan je dat ook met haar bespreken?”
“Nee eigenlijk niet, ik merk dat het me irriteert en dat ik er knorrig van word.”
“Van andere mensen met dementie in de familie hoor ik wel dat de angst om zelf dement te worden best wel aanwezig is en dat die gedachte je gedrag negatief kan beïnvloeden. Zou dat bij jou ook een rol kunnen spelen?”
Er volgt een stilte. Ik zie dat het bij hem binnenkomt.
“Misschien wel”, zegt hij dan langzaam.
Dan kunnen we twee dingen doen: allereerst een bloedonderzoek naar hart- en vaatziekten, diabetes, cholesterol etc. i.v.m. de hartdood van je vader. Hoe lijkt je dat?”
“Dat is zeker het APKtje, dat vind ik prima. En wat is het tweede?”
“Het tweede is een keer een test, de MMSE-test, afnemen voor een grove screening op beginnende dementie. We kunnen een verwijzing naar de geriater maken om uit te zoeken of je het bij je hebt. Maar wat we ook kunnen doen, is je verwijzen naar het Alzheimer Centrum in het VUMC te Amsterdam. Daar vindt heel uitgebreid onderzoek naar Alzheimer plaats tijdens een vroeg-diagnostiekdag. Denk er maar eens over.”
John en Carolien Polderman – Götte, huisartsen te Elspeet