Het ecoduct Hulshorst kreeg bijna de naam Tinbergenecoduct

0
194

HULSHORST – Toen er in 2011 een naam gekozen werd voor het nieuw gebouwde ecoduct over de A28, tussen Hulshorst en Hierden, had de Buurtvereniging Hulshorst een mooi en origineel idee: Waarom krijgt dit ecoduct niet de naam van een familie die zo veel betekend heeft voor Hulshorst als de bekende familie Tinbergen?

Maar liefst twee Nobelprijswinnaars heeft  het gezin Tinbergen voortgebracht. Als dat niet bijzonder is. Het is uniek in de geschiedenis van de toekenning van de Nobelprijs en uniek voor het kleine dorp Hulshorst dat twee broers uit een gezin onafhankelijk van elkaar deze prijs gewonnen hebben. Best iets om trots op te zijn. De band die de familie Tinbergen had met het dorp op de Veluwe begon in de jaren 20 van de vorige eeuw. Het lerarengezin Tinbergen, bestaande uit vader, moeder en vijf kinderen, woonde in Den Haag. Tijdens de lange zomervakanties kwam het gezin graag naar de natuur van de Veluwe. In Hulshorst werden zomerverblijven gehuurd op het Landgoed Leuvenhorst, waar de familie al snel ingeburgerd raakte. Vooral de drie broers Jan, Niko en Luuk raakten in de ban van de rust en de ruimte in de prachtige natuur. Niko en Luuk waren vrijbuiters en waren het meest buiten te vinden, waardoor ze goede contacten kregen met plaatselijke boeren en bosbeheerders. Broer Jan specialiseerde zich in economische vraagstukken. In de tijd dat natuurbehoud niet vanzelfsprekend was werd er door de Tinbergens gestreden voor het behoud van het Hulshorsterzand. Dit prachtige gebied werd namelijk ernstig bedreigd door de plannen  van de Harderwijkse Maatschappij voor Ontginning die plannen had om een groot deel, 50 ha, van dit waardevolle gebied te ontginnen en met afval uit de steden vol te storten. Gelukkig kon dit waanzinnige idee voorkomen worden, mede door de inzet van de Tinbergens en omdat Natuurmonumenten dit stuk natuur in 1928 aankocht. 

Niko Tinbergen schreef in zijn boek In ’t vrije veld (1978) het volgende stukje waaruit de liefde voor de omgeving duidelijk bleek. 

Gedurende de zomervakantie waren mijn ouders met al hun kinderen en een groot aantal vrienden gewoonlijk te vinden in een klein huisje in een van de minder dichtbevolkte gebieden van het overvolle kleine Nederland, te midden van uitgestrekte glaciale zandverstuivingen, die godzijdank nergens voor te gebruiken waren, behalve om er, op de beste gedeelten, bomen aan te planten ten behoeve van de houtproductie. Enkele grillige rijen fraaie loofbomen als beuken en eiken omzoomden een beekje dat zich door heidevelden en zandduinen naar de Zuiderzee slingerde. Een groot deel van de glooiende zandvlakten was beplant met grove dennen, maar uitgestrekte heidevelden bedekten aanzienlijke oppervlakten ervan, terwijl weer andere stukken uit louter kale zandvlakten van de meest schrale soort bestonden.

Van de broers en zus Tinbergen, die allen een wetenschappelijke opleiding volgden werden de broers Jan, Niko en Luuk alle drie hoogleraar respectievelijk in Rotterdam, Leiden en Groningen. Jan was econoom en natuurkundige, Niko was etholoog, die zich bezighield met het gedrag van dieren  en Luuk was vooral bekend als ornitholoog. Veel van hun wetenschappelijk onderzoek werd gedaan vanuit hun huisje Het Witte Zand in Hulshorst, dus men kan wel stellen dat deze plaats een grote inspiratiebron is geweest voor hun vele publicaties en onderzoeken. 

Van Jan is bekend dat hij graag aan zijn onderzoek werkte in de stilte van het huisje op het Landgoed Leuvenhorst, een heerlijke plek om niet gestoord te worden. Niko en Luuk deden het liefste onderzoek ter plaatse in de natuur naar het gedrag van dieren. Luuk deed onderzoek naar het gedrag van roofvogels en Niko maakte op het Hulshorsterzand kennis met de graafwesp die ook wel Bijenwolf wordt genoemd. Dit bijzondere insekt zou het onderwerp worden van zijn promotieonderzoek. 

Als kind had ik een hartgrondige afkeer van insekten en verdacht ik ze er stuk voor stuk van, niet alleen over je huid te kruipen, maar bovendien te bijten of te steken. Later echter bracht ik heel wat zomers door met het bestuderen van de gewoonten van een van de meest roofzuchtige graafwespen: Philanthus, de bijenwolf, en geleidelijk ging ik steeds meer waardering opbrengen voor deze en vele andere insekten. Deze belangstelling heb ik te danken aan de verrukkelijke omgeving van Hulshorst.

In de tweede wereldoorlog werd het voor Niko onmogelijk om verder te gaan met zijn werk op de universiteit van Leiden. Hij had geweigerd om de Ariërverklaring te ondertekenen die de Duitse bezetter had geëist van alle professoren . Hij verhuisde daarom permanent naar Hulshorst waar hij met zijn gezin in Huize Josephine ging wonen. Lang kon hij er niet werken en genieten want in 1942 werd hij geïnterneerd door de Duitsers in het gijzelaarskamp Sint Michielsgestel. Dit had alles te maken met zijn weigering om de Ariërverklaring te ondertekenen. Twee jaar heeft hij in het kamp opgesloten gezeten. In 1944 werd hij vrijgelaten en kon hij zijn werk voortzetten vanuit zijn huis in Hulshorst. In 1945 keerde Niko terug naar Leiden waar hij gerehabiliteerd werd en terugkeerde naar de universiteit.  Inmiddels waren ook zijn ouders permanent in Hulshorst gaan wonen en na de oorlog volgde ook broer Luuk met zijn gezin. Niko werd in 1949 hoogleraar in Oxford, alwaar hij zijn werk voortzette en een wereldberoemd wetenschapper werd.

Jan en Niko kregen voor hun wetenschappelijk onderzoek beiden in Stockholm de Nobelprijs uitgereikt door de Zweedse koning Karl Gustav. Jan kreeg in 1969 de Nobelprijs voor Economie voor het analyseren van economische processen en het ontwikkelen van dynamische economische modellen. Niko kreeg in 1973 de Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde voor het  onderzoek naar het gedrag van sociale dieren, in het bijzonder de verklaring van de ‘danstaal’ van bijen en hoe jonge vogels gefixeerd raken op hun moeder. Luuk was in 1955 helaas overleden, maar kreeg postuum grote bekendheid door zijn werk als ornitholoog.

Twee Nobelprijswinnaars en een helaas te vroeg overleden beroemde broer, die ook nog eens uit hetzelfde gezin kwamen en een gezamenlijke band met Hulshorst hadden, dat is echt heel bijzonder. Dat zou toch een goede reden zijn  om hun naam ter plaatse blijvend te eren. Hun bijdrage aan de wetenschap en de kennis van de natuur is groot. Door hun naam te verbinden aan een voor de natuur zo iets belangrijks als een ecoduct zou de provincie Gelderland een mooi statement gegeven hebben. Toch besloot de provincie in 2011 vast te houden aan de traditie om ecoducten te vernoemen naar de plek waar ze te vinden zijn. In dit geval Hulshorst. Duidelijk, maar wel een beetje jammer. De naam Tinbergen is te belangrijk voor het dorp om in de vergetelheid te raken.

Door Bert Biesmeijer

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here