Met enige trots wordt regelmatig de opmerking gemaakt dat Nunspeet een echt Kunstenaarsdorp is. Ook niet zo verwonderlijk met de aanwezigheid van één van de drie Nederlandse Academies voor Beeldende Kunsten en natuurlijk het Noord-Veluws Museum met een collectie schilderijen en tekeningen van kunstenaars/schilders die tussen 1890 en 1950 werkzaam waren op de noordelijke Veluwe. Maar de betiteling heeft vooral te maken met de vele kunstenaars/schilders die in de loop der tijd in of in de omgeving van Nunspeet hebben gewerkt. Veel straten in het dorp zijn naar hen genoemd. De komende weken zullen we in de geschiedenis duiken.
In de eerste aflevering Willem (,Willy’) Martens (1856-1927)
Willem Martens wordt op 1 december 1856 geboren in Semarang. Zijn vader is daar koopman. Kort na de geboorte van Willy verhuist het gezin van Java naar Den Haag. Omdat vader Martens zijn zoon voor de handel wil bestemmen, gaat Willy naar de Handelsschool. Maar Willy heeft echter een geweldige liefhebberij in tekenen. Vader belooft hem dat hij, als hij de Handelsschool afmaakt, aan een kunststudie mag beginnen. En natuurlijk slaagt Willy dan ook met glans voor de Handelsschool. Hij wordt daarna leerling van de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Gevorderd in zijn studie vertrekt Willy Martens in 1881 op 25-jarige leeftijd naar Parijs en laat hij zich inschrijven bij Léon Bonnat. Later zoekt hij in Parijs een eigen atelier en gaat hij zelfstandig werken.
Bloemenmeisje
Het is hard werken in Parijs, maar na veel vruchteloze pogingen lukt het hem zijn eerste schilderij te verkopen aan de beroemde kunsthandel van Albert Goupil. Een aardig buurmeisje heeft als model gediend voor zijn schilderij ,Bloemenmeisje’. Naast het maken van portretten heeft hij ook aanleg voor het maken van grote stukken in het decoratieve genre. In 1887 wordt zijn zwoegen beloond met een eervolle vermelding op de tentoonstelling in Parijs in de Salon in de Champs Elysées voor een ,Portret van Mme Calonne’. Intussen blijft hij contact houden met Nederland en op zijn reizen leert hij in Haarlem zijn aanstaande echtgenote kennen: Hijltje Arnoldus. Met een portret van haar ontvangt hij in Berlijn een gouden medaille.
In 1890 gaat Martens in Den Haag wonen. In 1894 is hij regeringscommissaris van de Nederlandse afdeling op de Wereldtentoonstelling in Antwerpen Hij ontvangt vele onderscheidingen. Zijn bekendheid levert hem ook ,banen’ op. Zo wordt hij in 1892 onder W.Mesdag secretaris van ,Pulchri Studio’. Later wordt hij ere-voorzitter van dit schilderkunstig genootschap. Van 1911 tot 1924 is hij als opvolger van H.W.Mesdag, directeur van het Rijksmuseum in Den Haag.
Als portetschilder krijgt Martens eervolle opdrachten, waaronder ,,Portret van H.M.de koningin met parasol in de tuin van Soestdijk’ en op bestelling van H.M. de Koningin Regentes Emma, een ,Portret van wijlen Z.M.Koning Willem lll’, bestemd voor het Koninklijk Paleis ’t Loo.
Nunspeet/Elspeet
Als Martens in 1891 definitief Parijs verlaat en in Nederland terugkeert, ontdekt hij op zijn reizen door Nederland in Nunspeet en Elspeet een rijkdom aan atmosferische tinten en een heerlijke harmonie onder de bevolking van het platteland. Niet verwonderlijk dat dat in zijn schilderijen terugkeert. Hoewel hij een portretschilder blijft, komen ook werken van zijn hand als ,Het Veluwse figuur in het landschap, boerenvrouwtjes in hun ,boudoir’, een huisje met een tuin omringd door geitjes, boerenvrouwen bij een put, een hardwerkende moeder met een bloemplukkend meisje enzovoort. Martens maakt ze tot koninginnen van het land!. Hij veradelt de armoede en verheerlijkt de vrouw in haar eenvoudige dagelijkse werkzaamheden.
Andere verschenen werken van hem zijn onder meer ,Studie Elspeet’, ,Binnenhuis te Nunspeet’ ,Zomerdag te Nunspeet’’en ,Twee jonge vrouwen uit Vierhouten’.
Begin 1900 heeft Martens enkele jaren in Vierhouten gewoond. Aan de Tongerenseweg bouwde hij het ,,Martenshuisje”. Over deze periode is weinig bekend. In 1909 vestigt hij zich vanuit Den Haag met zijn vrouw en dienstbode aan de La-25 (later F.A.Molijnlaan).
Martens heeft in Nunspeet enkele villa’s laten bouwen. Eerst aan de Elspeterweg (mogelijk als tweede huis). Later zal dit huis als ,,Mariahoeve” dienen als rusthuis voor oud-verpleegsters. Ook de villa ,Hoeksteen’ aan de Molijnlaan 150 is in opdracht van Martens gebouwd. In 1911 verhuist hij naar Scheveningen, maar keert later weer terug naar den Haag.
Hoe lang Martens nog gebruik heeft gemaakt van zijn huis in Nunspeet is niet meer vast te stellen. Op 24 januari 1927 overlijdt hij in Den Haag.
AG