Op bezoek bij het Nationaal Orgelmuseum in Elburg

0
21

‘Elk orgel is uniek met zijn eigen klank en uiterlijk’

Aan de Van Kinsbergenstraat is in het oudste gebouw van Elburg het Nationaal Orgelmuseum te vinden. Voor veel mensen uit de generatie van de babyboomers heeft het orgel misschien een wat stoffig imago, maar zijn orgels saai? Welnee, integendeel, het museum barst uit z’n voegen met zijn unieke collectie. 

De bezoeker wordt en passant geïnformeerd over de geschiedenis en de bouw van het orgel. Voor veel bezoekers blijkt die informatie volkomen nieuw te zijn, vertelt  Wilma Seijbel, dochter van de oprichter Maarten Seijbel. Zij is sinds enkele jaren directeur van het museum en raakt niet uitverteld over de uniciteit van zowel het muziekinstrument als de collectie van het museum. Met trots vertelt zij over de nieuwste aanwinst: sinds kort is er ook een speurtocht uitgezet voor kinderen, dat begint met een filmpje over Oscar het orgelpijpje.

We zitten in de kelder, het oudste deel van het pand dat dateert uit eind veertiende eeuw, waar Wilma vertelt over de geschiedenis van het pand.  Oorspronkelijk was Elburg in de vroege middeleeuwen een lintdorp. Maar omdat het vlak aan de Zuiderzee lag, overstroomde het regelmatig. De hertog van Gelre besloot toen om heel Elburg landinwaarts te verplaatsen. De rentmeester van de hertog, Arent thoe Boecop, kreeg de opdracht het stratenplan te ontwerpen. En zo werd Elburg een bijna vierkante stad. In de stad was een versterkt huis, een stadskasteel voor de hertog gebouwd, voor de keren dat hij op bezoek zou komen. De hertog schonk dat pand als dank voor het stadsontwerp aan Thoe Boecop. Deze heeft er slechts een jaar gewoond en zijn zoon heeft het na zijn vaders overlijden aan de stad verkocht. Daarna is het vijfenhalve eeuw het stadhuis van Elburg geweest. 

Het begin

De grootouders van Wilma zijn in 1954 in Elburg komen wonen. Grootvader Van der Wiel was predikant in de Grote Kerk, waar haar vader Maarten, een echte Elburger, enige jaren later hoofdorganist werd.  Maarten trouwde met Sija, de dochter van de predikant en zij kregen samen een dochter, Wilma, en nog vier zoons. Vader Maarten kreeg op een goed moment een muziekboek uit de achttiende eeuw van een buurvrouw. Dat was voor hem de aanleiding om na te denken over een museum. Musea waren er genoeg in Nederland, maar het orgel ontbrak in die lijst. En zo begon hij eind jaren zeventig met zijn eerste tentoonstelling in een zaaltje van het voormalige Gemeentemuseum. Dat groeide al snel uit z’n voegen, vervolgens werd er een eigen pandje in de stad gekocht en was het eerste en enige Orgelmuseum in Nederland een feit. 

Dochter Wilma werkte als meisje in de schoolvakanties in het Gemeentemuseum, en later in het groeiende Orgelmuseum maar was ook een boekenwurm. Ze studeerde Geschiedenis in Leiden en had als keuzevak Museumkunde. Ze stond voor de keuze: ga ik voor boeken of wil ik de museumwereld in? Jarenlang werkte ze bij grote uitgeverijen, maar toen ze dat werk kwijtraakte besloot ze voor zichzelf te beginnen. Ze vertelt: ‘Ik werd in die tijd gevraagd of ik voor tien uur per week de PR en communicatie voor het museum op me kon nemen. Dat deed ik zo’n vijf jaar, en toen brak corona uit. Ik werd opnieuw benaderd door het bestuur met het verhaal dat het museum ook een vast aanspreekpunt nodig had en of ik die in de rol van directeur niet op me wilde nemen. Sinds juni 2020 werk ik in deze functie voor het museum. Ook al was het tijdens de coronapandemie moeilijk, ik vond het mooi om te helpen het werk van mijn vader voort te zetten.’ 

Bijzonder instrument

‘Het orgel is een heel bijzonder cultuurhistorisch muziekinstrument; het is het oudste nog bestaande instrument in ons land. Orgels klinken allemaal verschillend en zien er anders uit. Ze worden gebouwd op de ruimte waarin ze geplaatst worden. In het buitenland zijn ze jaloers op wat wij hier in Nederland hebben. Mensen uit Aziatische landen en uit Amerika likkebaarden bij het zien van de rijkdom die wij in Nederland aan orgels hebben. Maar het lijkt wel alsof wij Nederlanders dat zelf niet altijd zien. Wij zijn er blijkbaar zo vertrouwd mee dat we niet meer zien hoe bijzonder dat instrument is, hoe ingenieus een orgel gebouwd is. Alles wordt met de hand gemaakt. In Nederland hebben we zo’n veertienhonderd historische orgels. Het is niet erg voorstelbaar dat we die allemaal voor het nageslacht kunnen bewaren, want het onderhoud is kostbaar. En met de secularisering worden kerken verbouwd tot restaurants of appartementen. Dan blijft het orgel misschien wel in het gebouw aanwezig, maar als het niet meer gebruikt wordt, wat gebeurt er dan met zo’n orgel? Boekhandel Van der Velde in de Broeren in Zwolle (voorheen Waanders) vind ik een geweldig voorbeeld van hoe het ook kan: overdag boekhandel, ’s avonds geven ze af en toe nog een orgelconcert, en als je een boek bij ze koopt krijg je een tasje mee waar het orgel op staat. 

Oscar het orgelpijpje

De hardnekkige beeldvorming over orgels maakt het niet gemakkelijk om het museum aan te prijzen. Hoewel het stoffige imago bepaald niet geldt voor de jongere generatie die niet is opgegroeid in een kerkelijk milieu. Wilma zegt daarover: ‘Er zijn nog steeds jonge mensen die ervoor kiezen om van het orgel hun vak te maken, door naar het conservatorium te gaan.  Daar zijn veel talentvolle jonge mensen bij die wij graag uitnodigen om in ons museum een concert te komen geven. De nieuwe kinderlijn die we zijn gestart met Oscar het orgelpijpje is een frisse aanvulling en daar worden we ook blij van. Kinderen krijgen een boekje mee met tien opdrachten en in het museum kunnen ze op verschillende plekken naar vrolijke muziek luisteren. 

Tussen maart en december is er een keer per maand een orgelconcert in het museum. In de zomermaanden worden wekelijks concerten gegeven op dinsdagochtend. De concerten worden door topmusici gegeven en zijn altijd gratis toegankelijk. Afgelopen jaar hadden we bijvoorbeeld Laurens de Man, die onlangs de Nederlandse Muziekprijs heeft gewonnen, de belangrijkste staatsprijs voor muziek. Voor het eerst dat een organist die prijs heeft gekregen, hij is een geweldige ambassadeur voor het instrument! In de zomer komen studenten van het conservatorium hier spelen en doen zo ook podiumervaring op.’ 

In het museum wordt drie keer per dag een film vertoond over het vak van organist: om 11.30, 13.30, en 15.30 uur. Meer info: nationaalorgelmuseum.nl

Door Greet Kappers
Foto’s Maarten van de Biezen