NUNSPEET – Koos Frijlink kijkt tevreden terug op het project wat hij de afgelopen jaren heeft geleid. ,,Ik heb met een goed gevoel de Stichting Jichidza-Joubert vorig jaar ontbonden.’’
Koos ging in 2009 naar de notaris om de stichting officieel op te richten en heeft het project dus in 2022 officieel afgerond. Het doel was om de bevolking in het plaatsje Jichidza, op allerlei manieren te ondersteunen. De benodigde financiële middelen kreeg Koos bij zijn afscheid als dierenarts in 2008, maar ook als verjaarscadeau van familie en vrienden. De plek in Zimbabwe, waar geld en goederen naar toe gingen is niet zomaar gekozen. Koos ging in 1994 met zijn echtgenote Marianne zes weken naar Afrika om zijn roots te gaan zoeken en vond die in Jichidza. Koos: ,,Ik ben geboren op Goeree-Overflakkee. Daar was mijn vader ook dierenarts. In ons gezin waren zes kinderen. Ik was de tweede zoon en kreeg de namen Jacobus, Martinus Joubert en dat waren de namen van mijn Afrikaanse opa. Mijn moeder is geboren in Rhodesia Nyasaland, het huidige Zimbabwe. Haar vader was Afrikaner boer en vocht mee in de Boerenoorlog in Zuid Afrika rond 1900. Als krijgsgevangene op St.Helena kwam hij er achter dat hij geen boer meer wilde zijn, maar dominee. Toen hij vrij kwam volgde hij een theologische opleiding in de Kaap. Daarna ging hij met zijn vrouw en hun zoontje van twee met paard en wagen naar Rhodesia (nu Zimbabwe). Het was een tocht die maanden duurde. Hij heeft in een buitengebied bij het plaatsje Jichidza een huisje en een kerk gebouwd voor de inlandse bevolking en daar is hij, samen met anderen, het evangelie gaan verkondigen. In het gezin werden nog drie dochters geboren, maar het jongetje, dat Lief Koosie (de roepnaam Koos in Nederland) heette, is op 5- jarige leeftijd overleden. Hij heette voluit ook Jacobus Martinus Joubert. Drie jaar daarna werd mijn moeder geboren, ze heeft tot haar 12e in Rhodesia gewoond en van haar 12e tot haar 18e op kostschool in de Kaap gezeten. Toen ze 18 werd is ze naar Nederland gekomen om verpleegster te worden in het Diaconessenhuis in Utrecht, waar mijn vader voor dierenarts studeerde. Ze trouwden met elkaar na het afstuderen. In 1938 is mijn vader de dierenartspraktijk op Goeree-Overflakkee begonnen, waar we tot 1955 gewoond hebben. Een periode van Tweede Wereldoorlog en Watersnoodramp van 1953. Toen ik geboren werd kreeg ik de namen en de roepnaam van mijn jong overleden oom Koosie. Dat was een gegeven waar ik nooit wat mee heb gedaan. Toen mijn vader in 1989 overleed ging mijn moeder naar haar familie in Zuid-Afrika. Dat maakte mij nieuwsgierig naar haar geboortegrond. Ik sprak met mijn collega’s af dat ik zes weken met mijn vrouw Marianne naar Afrika zou gaan om mijn roots op te zoeken. Al onze familie in Rhodesia, wat inmiddels Zimbabwe was, was al naar de Kaap verhuisd. Daar zijn we eerst naar toe gegaan. In Zuid-Afrika heerste euforie, Mandela was net enkele maanden president. Daarna zijn we gaan rondreizen en zijn we twee weken in Zimbabwe geweest.’’
Koos en Marianne beschikten in die tijd niet over een telefoon met navigatie of wegenkaarten van het gebied waar ze naar toe wilden. Koos had slechts een vergeelde foto van zijn moeder meegekregen met daarop de toren van de kerk van Jichidza Mission. Wij vonden het een fantastisch mooi land, je kunt je geen mooier vakantieland voorstellen. We hebben drie dagen moeten zoeken naar Jichidza en uiteindelijk hebben een paar meisjes ons naar de missiepost geleid en daar vonden we de toren die op onze foto stond. Het torentje staat er nog steeds. De mensen vonden het ongelofelijk dat we daar naar toe waren gekomen. Mijn moeder was heel emotioneel, ze vond in eerste instantie dat we niet naar die armoe, zoals ze zei, moesten gaan, maar uiteindelijk vond ze het heel bijzonder.’’
Nadat de moeder van Koos in 2004 overleed, vonden zijn zussen een briefwisseling van 1936 tot 1951 van hun moeder aan haar vader. Ze hadden tot aan zijn overlijden elke maand brieven naar elkaar gestuurd en daar stonden allerlei verslagen in. Ook al was het op dat moment niet echt fijn om Zimbabwe te bezoeken met een moordende Mugabe die de boerderijen van alle blanke boeren onteigende, besloot de familie toch met elkaar om er naar toe te gaan. ,,We zijn met zijn achten naar Zimbabwe gegaan en hebben er twee dagen rondgereden. Ik had inmiddels kaarten en reed zó naar het dorpje toe. Daar aangekomen bleek dat het ouderlijk huis van mijn moeder er nog stond,’’ vertelt Koos. ,,Er lag alleen geen riet meer op het dak, maar golfplaten. We werden ontvangen door de zwarte dominee die daar op de grond sliep. De kippen liepen door de keuken, maar we kregen toch een heel aardige ontvangst. Toen we achter het huis tussen de Jacaranda bomen liepen, vonden we daar het graf van mijn oom Lief Koosie. Lief Koosie is overleden op de dag dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak.’’ Marianne weet nog dat haar schoonmoeder haar ooit vertelde dat de familie de tafel had opgeofferd om een kistje voor Koosie van te maken en dat ze daarna een half jaar staande moest eten.
,,Er is toen met die mensen een band ontstaan,’’ vervolgt Koos. ,,En toen ik in 2008 de praktijk uitging dacht ik: ‘al die cadeaus, daar heb ik geen zin in, ik ga een stichting oprichten’. Daar is toen geld binnengekomen en later met verjaardagen ook van de familie. Dus er stond een aardig bedrag op de rekening. In de tussentijd ben ik er zes keer geweest en legde ik meer contacten. Ik vroeg de mensen daar wat ze nodig hadden en nam dat voor ze mee. Maar verleden jaar heb ik de stichting ontbonden in overleg met het bestuur want ik wilde mijn kinderen er verder niet mee belasten. Dus ik wilde het bedrag naar Zimbabwe overmaken, nou dat is nog een hele kunst, het is daar een heel andere bankwereld dan hier, maar het is gelukt. Vorig jaar ben ik met mijn oudste zoon gaan kijken waar ze het geld aan konden besteden en dit jaar ben ik met mijn jongste zoon gaan kijken of het allemaal gelukt was. Er liggen nu zonnepanelen op de school met batterijen en in het ziekenhuis moesten de waterpompen vervangen worden, dus daar is ook geld naar toe gegaan. Het project is mooi afgerond. Ik heb gezien dat het gedaan is en ik heb er een heel goed gevoel over. Ik heb altijd alles er omheen zelf geregeld en dat heb ik met veel plezier gedaan. In de eerste plaats om de afkomst van mijn moeder te eren, maar ook om een fantastisch mooi maar straatarm land te helpen. Ik wil graag alle mensen die bij mijn afscheid als dierenarts en bij andere gelegenheden geld hebben gegeven, laten weten dat het geld goed terecht is gekomen.’’
Lezers van de Veluwse Courant die een project in het buitenland hebben wat ze zelf hebben opgezet of ondersteunen, en daar aandacht voor willen vragen, kunnen contact opnemen met redactie@develuwsecourant.nl