Uit de kunst: Guus Sundermeijer

0
19

‘Er is eindelijk belangstelling voor mijn werk’

Een aantal schilderijen van de honderdjarige kunstenaar Geertruida Augusta (Guus) Sundermeijer – Rincker zijn in het Stadsmuseum in Harderwijk tentoongesteld. De tentoonstelling is inmiddels voorbij, maar de belangstelling voor deze vitale dame zeker niet. 

De tentoonstelling kwam op een bijzondere manier tot stand: de burgemeester van Harderwijk kwam om deze honderdjarige te feliciteren. Hij was onder de indruk van de kunstwerken die her en der in haar appartement hangen en heeft het museum getipt om de kunstwerken tentoon te stellen. Dat gebeurde: de tentoonstelling kwam er en vervolgens werden er verschillende schilderijen verkocht. Tot verbazing en verontwaardiging van de kunstenares die uitroept: ‘Dan ben je bijna dood en dan is er eindelijk belangstelling voor mijn werk! Ik had het meer nodig toen ik nog volop aan het schilderen was.’ Fotograaf Bram van de Biezen komt om foto’s maken, maar overhandigt eerst een envelop met foto’s, die hij als zeventienjarige beginnend fotograaf maakte, aan mevrouw Sundermeijer. Op de foto’s is de jonge en knappe Guus Sundermeijer met haar man te zien. Dochter Wietse, die ook aanwezig is, en moeder Guus bekijken de oude foto’s met uitroepen van herkenning. 

Realistisch werk

Door het appartement heen hangen haar schilderijen. Realistisch en abstract werk. Sommige schilderijen zijn zowel realistisch als abstract. Ook staan er her en der stenen beelden die ze gemaakt heeft. Ze vertelt dat ze eigenlijk realistisch schilder was, maar dat dit werk haar veel energie kostte. Dan maakte ze een abstract schilderij om ‘bij te tanken’, zodat ze weer aan de gang kon met realisme. ‘Abstract werk was mijn redding. Maar mijn kinderen gingen altijd voor. Ik was er in de eerste plaats voor hen.’ Dochter Wietse vertelt dat moeder pas ging schilderen als de kinderen naar school waren. ‘Maar als we thuiskwamen was ze vaak nog aan het werk.’ Er werd dan thee gezet en de kinderen aten volop ‘Marietjes’ met chocola. ‘De trommel met koekjes was in no time leeg,’ glundert dochter Wietse. Naast schilderijen en beelden heeft de kunstenares ook verdienstelijke appliqué’s gemaakt. Ze wijst een stukje stof aan dat ze verwerkt heeft: ‘Kijk, dit was van een avondjurk van mij.’ Op de vraag waar mevrouw haar inspiratie vond wijst ze op haar hoofd: ‘Ik bedenk het hier.’ 

Oorlog

De jonge Guus woonde met haar ouders in Heemstede. Vandaar ging ze met de trein naar Den Haag om aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst te studeren. Ook in het begin van de Tweede Wereldoorlog reisde ze nog per trein naar Den Haag. Tot op een dag de trein werd beschoten door de Duitsers. In de trein die uit tegengestelde richting kwam zag ze mensen dood tegen het raam liggen, terwijl anderen gewond verderop in de trein en in het weiland zaten. Thuisgekomen heeft haar vader een halt aan de treinreizen van zijn dochter toegeroepen en zo stopte ze met haar opleiding. Na de oorlog heeft ze dat wel weer opgepakt. In de oorlog heeft ze ook haar echtgenoot Wim leren kennen. Hij heeft in haar ouderlijke huis ondergedoken gezeten. Dat is goed gegaan dankzij de Duitse naam van haar vader. Ooit stond er een Duitse soldaat voor de deur: ‘Sind Sie August Rincker? Gibt es hier junge Leute?’ vroeg de Duitser. ‘Natürlich nicht‘, antwoordde haar vader. En zo is Wim ontkomen. Vader sprak goed Duits, want zijn voorouders zijn ooit vanuit Duitsland naar Nederland gekomen. ‘Ik weet wat honger is,’ vertelt Guus. ‘Om de zoveel tijd viel ik flauw van de honger. Ik moest het vaak genoeg doen met één boterham met wat nepboter. We gingen wel bij boeren langs om eten te kopen, maar daar moesten we vreselijk veel voor betalen!’ Haar herinneringen heeft ze opgeschreven in boekjes die veilig bij dochter Corine liggen. Deze dochter woont in Duitsland en ook zij kan erg goed tekenen, zo blijkt uit een tekening van haar die in de hal hangt.  ‘Ze tekent nog beter dan mijn moeder,’ vertelt dochter Wietse. 

Nunspeet

Echtgenoot Wim was officier in het leger. ‘In Nunspeet woonden wij in een straat waar alleen officieren woonden.’ Ze vertelt het met trots.  Ze was als enige vrouw lid van een kunstenaarsclub waarin ook Jos Lussenburg en Jaap Hiddink zaten. De mannen verkochten toen veel werk, maar Guus niet. Na het afronden van haar studie heeft ze een baan als illustrator gehad. ‘Ik verdiende toen meer dan mijn man,’ vertelt ze met een glinstering in haar ogen. Wim vond haar werk mooi, hij hielp haar en maakte de lijsten voor de schilderijen. ‘En hij financierde mijn schilderwerk, want dat is behoorlijk kostbaar.’ Dat zij haar tijd vooruit was als jonge vrouw in een mannenwereld, daar haalt zij haar schouders over op. Ze deed gewoon wat ze moest doen.

Later is het echtpaar in Friesland beland, waar zij vijfentwintig jaar hebben gewoond. Toen echtgenoot Wim ziek werd vroeg hij de kinderen of zij ervoor wilden zorgen dat moeder dichtbij een van hen kon wonen als hij zou sterven. Dat werd na zijn overlijden in 2017 een mooi appartement in de binnenstad van Harderwijk, waar dochter Wietse woont, die haar mantelzorger werd. 

Het appartement is groot genoeg was om nog een aantal kunstwerken op te kunnen hangen en neer te zetten. Het bevalt mevrouw Sundermeijer goed in Harderwijk, vertelt Wietse: ‘Ze kuiert de hele stad door, veel restauranteigenaars kennen haar en weten dat ze graag drie klontjes suiker in haar koffie heeft.’ 

Door Greet Kappers
Foto’s Bram van de Biezen