NUNSPEET –Wethouder Marije Storteboom is er niet van op de hoogte dat de provincies Gelderland en Flevoland verschillende methodes hanteren als het gaat om de bestrijding van vogeloverlast langs de Randmeerkust. Het gaat dan vooral om ganzen.
Dat blijkt uit het antwoord van het college van burgemeester en wethouders op vragen van de fractie van de SGP. De wethouder wil zich eerst verdiepen in het inhoudelijke verschil tussen de bestrijdingsmethoden van beide provincies voor ze mee gaat in de mening van de SGP dat het verschil per provincie ongewenst is.
Tijdens een werkbezoek van de provincie Gelderland aan Nunspeet is het verschil in bestrijdingsmethoden ook niet aan de orde geweest. De wethouder is wel bereid hierover in gesprek te gaan met de verantwoordelijke gedeputeerden van beide provincies. Maar ook eventueel belangenorganisaties langs de Randmeerkust, zoals faunabeheerder, weidevogelbeheer en terreinbeheerders als Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten.
Dat moet leiden tot een afstemming in beleid tussen landbouw-, recreatie-, natuur en landschap beleid waarbij gewasbescherming en landbouwschade ook een belangrijk aspect is. De eerste gesprekken zijn al gevoerd. Het college geeft wel dat er rekening mee moet worden gehouden dat het gaat om nationele wetgeving via de Wet Natuurbescherming.
