Vroeger & Nu: Van politiekrachten naar dommekrachten

1
664

ELSPEET – Om meer met de bevolking in contact te komen besloten politiemensen van de Groep der Rijkspolitie Nunspeet in 1987 voor het surveillancewerk meer van hun dienstfiets gebruik te maken. ,,Op de foto uit 1987 geeft Reijer Kleijer, de lokale fietsspecialist in Elspeet, die nieuwe fietsen aan Gerrit Wagensveld en mij over,’’ zegt Roel van de Veen. ,,In de politieorganisatie veranderde er elke keer wat, in het begin kregen we een fietsvergoeding van vijf gulden en dan kon je zelf een fiets regelen. Ik weet nog dat ik in 1975 een representatieve fiets moest hebben, dus kocht ik een groene fiets bij Hoegen in Nunspeet. Zei mijn mentor Jan Apeldoorn dat ik de verkeerde fiets had gekocht, het moest een zwarte zijn.’’ Gerrit kreeg tijdens zijn opleiding aan de Politieschool in Arnhem zelfs ‘fiets exercitie’. ,,Dan moest je je fiets naar de opleiding meenemen en dan leerde je hoe je als diender moest lopen met de fiets aan de hand en hoe je moest fietsen en uitkijken; zo ging dat 40 jaar geleden.’’ 

Bij het zien van de foto waarop de beide dienders hun nieuwe city-bike overhandigd kregen, komen de herinneringen aan die tijd weer naar boven drijven. ,,We hebben er veel gebruik van gemaakt,’’ zegt Roel. ,,Het was de mooiste fiets die we ooit hebben gekregen, er zat zelfs elektrisch licht op.’’ Roel en Gerrit zijn nog steeds vrienden en zien elkaar zeker twee á drie keer per week. ,,Ik was rayon commandant, en jij was wachtmeester 1e klas, ik was als het ware je chef, maar we gingen samen op pad,’’ zegt Gerrit.

Roel vertelt dat er in de toenmalige gehuchtjes Vierhouten, Hulshorst en Elspeet ook politiemensen gestationeerd moesten zijn. ,,Wie wil er naar Elspeet, was de vraag. Nou, ik wilde wel. Ik was nog niet getrouwd en ging in Elspeet bij iemand in de kost.’’ Voor Gerrit was het gemakkelijker, want voor de chef stond er gewoon een huis klaar, dat werd door opper De Jonge geregeld die connecties had bij de woningbouwvereniging. In het politiebureautje werkten in die tijd maar liefst vijf politiemensen. Op woensdagmiddag en zaterdagmorgen was dat bureautje geopend voor publiek, maar het gebeurde vaak dat als men Roel of Gerrit niet aantrof, ze een andere keer terug kwamen. Roel en Gerrit bemanden het bureautje trouwens ook vaak in hun vrije tijd als niemand van de collega’s er zin in had om die bureaudienst te doen. ,,Als er dan jongens waren die wat hadden uitgevreten, dan moesten ze voor straf het gras tussen de straattegels rondom het bureau uithalen. En ze kwamen gewoon! Bureau HALT bestond nog niet. Tegenwoordig moet je er met een heel arrestatieteam naar toe,’’ lacht Gerrit. ,,Het huis waarin het politiebureautje zich bevond, was gehuurd van de familie Bossenbroek, vervolgt hij. ,,Op woensdag, maar ook in het weekend kregen we koffie met taart van mevrouw Bossenbroek. Ik heb nooit van mijn leven lekkerder koffie gedronken dan daar. Als ik in het weekend tot twaalf uur moest werken, was ik pas om één uur thuis, want dan moesten we het chique koffiekopje terugbrengen en er werd altijd wel iets gebakken of gebraden wat we moesten proeven, wat een lieve mensen waren dat.’’

En dan was er nog het akkefietje wat de dienders met Jacob Dijkgraaf, ook wel De Krentenbol genoemd, hadden. Roel: ,,Op zeker moment werden er allerlei controles ingevoerd die wij moesten uitvoeren. Controle op de winkelsluitingswet, de uitverkoopwet, de ijkwet, noem maar op. Jacob Dijkgraaf had een klein winkeltje, aan de Staverdenseweg, recht tegenover de Nachtegaalweg en de winkels gingen om vier uur of zes uur dicht. Iedereen wist dat als je achterom liep bij Jacob, je dan nog wel een kratje bier kon halen. Eigenlijk wilden we hem geen bekeuring geven voor het overtreden van de winkelsluitingswet en zo gebeurde het dat we zeker drie keer per week, als we langs reden, hem zagen wegduiken onder de toonbank van zijn winkel.’’  Na 47 jaar in bijna alle plaatsen van de Veluwe in diverse functies werkzaam te zijn geweest, nam Gerrit op 20 december 2016 afscheid van de politie. Gerrit: ,,Ik mag wel zeggen dat ik met enorm veel plezier gewerkt heb. Er zijn verschrikkelijke maar ook leuke dingen gebeurd. Ik heb een prachtig afscheid gehad, er kwamen meer dan 120 mensen op mijn afscheidsreceptie en daar kijk ik met enorm veel plezier op terug. In de laatste dagen ben ik nog door mijn collega’s in het ootje genomen toen ik in mijn laatste nachtdienst een vent arresteerde die ik midden in de winter zag rijden met een fiets op zijn fietsendrager. Die bleek bij hem thuis 34 gestolen fietsen te hebben staan. Op zich was dat een leuke zaak, ware het niet dat ik er geen idee van had hoe ik dat in de administratie moest invoeren. Ik heb meer verstand van de technische zaken die een hulpofficier van justitie moest doen dan het werk wat een diender op straat doet; al die fietsen met tijdstippen en namen in het systeem invoeren in de systemen. Mijn collega’s zeiden doodleuk ‘Gerrit, jij hebt die vent gepakt, mag je ook de administratie doen’. Uiteindelijk hebben ze me ‘s nachts wel geholpen om alles in te voeren. Er zijn mensen geweest die dachten dat ik daarna in een enorm en diep gat zou vallen. Ik was wel bang dat ik het snelle rijden zou gaan missen, ik reed met de dienstauto geregeld 200 km per uur, maar ik doe het nu rustig aan, zelfs met de motor, en heb nog steeds geen snelheidsovertredingen gemaakt. Het enige wat ik miste was het ‘telefoontje’. Als ik ergens iets verdachts zag, had ik dat telefoontje bij de hand en daarop kon ik het kenteken van de verdachte auto invoeren en dan wist ik gelijk wat voor vlees ik in de kuip had. Helaas moest ik het inleveren.’’ In het diepe gat is Gerrit nooit gevallen. Hij werkt nog steeds als trouwambtenaar en hij en zijn vrouw gaan geregeld fietsen met Roel en diens vrouw Ina. Ze wandelen veel en gaan graag weekendjes weg. ,,Roel en ik prutsen samen veel. Als er ergens een paadje gelegd moet worden, dan liggen we samen op de knieën. In het begin deed ik het stomme werk als sjouwen, maar tegenwoordig kan ik zelf een straatje leggen. Dan ga ik nog twee keer per week naar de sportschool om mijn conditie bij te houden. Verder heb ik besloten, om na  meer dan 30 jaar Sinterklaas te hebben gespeeld in Elspeet, er mee te stoppen. Ik heb het 25 jaar op de Da Costaschool gedaan en het is tijd om te stoppen.’’ Ook Roel, die in mei 2018 de VUT inging, miste het ‘telefoontje’ in eerste instantie het meest. ,,Ik heb 27 jaar in de wijk gewerkt en in die tijd werkte ik geen 38 uur in de week, maar 24 uur per dag. Soms gebeurde het dat ik thuis wel eens wegdook. Mijn vrouw belde me elke dag op om te vertellen wie gebeld had en waar ik heen moest.’’ ,,Dat komt ook omdat je toen zo’n makkelijk telefoonnummer had,’’ lacht Gerrit. Nadat Roel in de Vut ging en thuis kwam zag zijn vrouw hem nog minder als daarvoor, want er is in de buurt geen huis, of hij en Gerrit hebben er het straatje aangelegd. ,,Ik heb mijn hele leven al straatjes gelegd en dan gaan je kinderen het huis uit en dan help je hier, en klus je daar en dan moet er weer ergens een schuurtje gebouwd worden.’’ De city-bikes van toen hebben Gerrit en Roel allang ingeruild voor een ander type fiets, die ze met elkaar en hun echtgenotes nog vele uurtjes hopen te berijden. 

Door Ank Herstel. Foto’s Bram van de Biezen.

1 REACTIE

  1. ik moest in NunspeeT op het bureau, trafregels schrijven. Het leefde daar toen van de agenten.
    Dus ik schreef 200 x Ik mag geen apels stelen. Dienstdoende agent gaf geen commentaar
    Het waren trouwens pruimen.

Comments are closed.