Wat moet ik doen?

0
32

Ineke gaat tegenover mij zitten, zij heeft een dubbele afspraak met mij gemaakt. Ineke is een 54 jarige vrouw, gehuwd met Peter. Naast haar werk als leidinggevende heeft zij ook de zorg voor haar dementerende moeder Sonja van 89 jaar.

“Goedemorgen Ineke, waarmee kan ik je helpen?” vraag ik. “Ik zit met twee dingen waarover ik met je wil praten,” zegt ze.

“Allereerst mijn moeder Sonja; In het verzorgingshuis waar zij nu woont, verkommert ze en dat vind ik vreeslijk. Ze wil soms niet opstaan en dan wil ze ook geen ontbijt. Ze klaagt over dat ze het samen eten in de eetzaal zo vervelend vindt; moeder klaagt eigenlijk over alles.”

Ik kijk Ineke aan en zeg: “Dat is ook lastig; je moeder is ook niet bepaald een gemakkelijk typje; ondanks haar dementie weet ze precies wat ze wél en wat ze niet wil”.

“Dat is altijd zo geweest; een strabante mening waar ze niet vanaf te brengen is,” zegt ze.

“En wat zegt de verzorging van het huis tegen je over haar gedrag?”, vraag ik.

“Dat ze niet meewerkt en nergens aan mee wil doen. Ze weigert uit haar kamer te komen. 

Ze wil alleen met een uitje of zo mee als ik ook mee ga. Ik kan wel eens vrij plannen maar ik heb mijn werk. En van mijn zus heb ik wat Sonja betreft niks te verwachten.”

Ineke vertelt dan dat zij van plan is om bij een ander verpleeghuis te gaan kijken; een huis waarvan zij gehoord had dat het een kleinschalig soort gezinsvervangend huis is, zoals eerder Klein Rhynvis in Hulshorst was. Maar Sonja heeft waar ze nu woont een buurman met wie ze het goed kan vinden en die ze gekscherend ‘mijn vriend’ noemt. 

Klein Rhynvis was een zorgboerderij, waar senioren, die door een lichamelijke beperking na bijvoorbeeld een C.V.A. – een hersen infarct of hersen bloeding – niet meer zelfredzaam waren, konden wonen. Daar deelden zij mee in de dagelijkse bezigheden als met elkaar voor de maaltijd zorgen, afwassen etc. Zo jammer dat Klein Rhynvis niet meer bestaat.

We praten over een eventuele verhuizing van Sonja. “Eerlijk gezegd weet ik niet of je daar verstandig aan gaat doen,” zeg ik. “Sonja woont daar al een paar jaar en zij gaat er qua dementie en hulpbehoevendheid niet op vooruit. Daarbij is het erg moeilijk om haar eventueel ergens anders geplaatst te krijgen; want ze heeft een plek en er is een groot tekort aan verpleeg- en verzorgingshuis plekken. Nu heeft zij haar vriend naast zich wonen. Denk jij dat de zoon van haar vriend zijn vader wil mee te laten verhuizen?”

“Hmmm, je hebt gelijk, ze woont al in een verzorgingshuis”, zegt Ineke na een poosje nadenken. “En ik denkt niet dat de zoon vader verhuizen een goed plan gaat vinden”.

“Daarbij geldt voor mij: Oude bomen kan je beter niet verplaatsen”, zeg ik.

“Maar wat moet ik dan doen? De verzorging klaagt tegen mij dat Sonja niks wil en Sonja klaagt tegen mij dat het daar niet fijn is.”

“Misschien zou je met de verzorging om de tafel kunnen gaan zitten?”, opper ik.

“En dan wat?”, vraagt ze. “Vraag een gesprek aan met de verzorging en ga samen kijken hoe met Sonja om te gaan. Dan vertel je Sonja, dat jullie overleg gehad hebben en wat jullie afgesproken hebben. Namelijk dat de verzorging namens jou handelt. Wanneer ze iets niet wil of weigert te doen dan kan de verzorging aandragen dat jij het hun gezegd hebt. Hoe lijkt je dat?” vraag ik.

Ineke knikt instemmend. “Maar dan moet ik goede afspraken met de verzorging maken”.

“Inderdaad”, zeg ik. “Houd me op de hoogte. En wat je tweede zorg betreft, wat kan ik daarin voor je betekenen?”

John en Carolien Polderman – Götte, huisartsen te Elspeet