Column: Wat zou jij Doen? Weet je Raad?

0
934

“Wat heftig, zeg!” zeg ik tegen Eef. “Ik kan me voorstellen dat je daardoor van streek bent.”
“Ik weet het niet meer! Oh, als Roos eens wist wat ik gezien heb … dan gaat ze kapot!
Hoe is het toch mogelijk, zo’n leuk gezin en zulke lieve mensen. Ze vertrouwt Hans volkomen. Nou ík hoef hem niet meer te zien!”

Die heftige reactie kan ik me wel voorstellen.
Als de gemoederen iets bedaard zijn, vraag ik haar te beschrijven wat zij nou precies gezien heeft.
Ze vertelt dat ze Hans en die onbekende jonge vrouw in een donker hoekje achterin het eethuis nogal intiem zag zitten; Hans had zijn arm om haar schouders geslagen.
Ze hadden de lege lunchborden voor zich staan en er stonden halflege wijnglazen bij.
Eef onderdrukt een snik.

Dan vraag ik: “Zeg eens Eef, als jij in de plaats van Roos was, wat zou jij dan willen dat jouw hartsvriendin, die dit tafereeltje gezien heeft, zou doen?”

Eef denkt na en zucht en haalt haar schouders op.
“Aan welke mogelijkheden denk je?”, vraag ik na een poosje.
“Nou ja, als ik het aan Roos vertel, dan heb ik het gedaan; heb ik hun huwelijk verstoord.”
“Uhm, oké, en verder?”
“Als ik niets zeg, zo van ‘wat niet weet, wat niet deert’ en Roos komt er achter en ze komt ook nog te weten dat ik het allang weet, dan heb ik haar verraden en dan is onze vriendschap over. Daar pieker ik steeds weer over. Begrijp je hoe moeilijk dat is?”
“Jazeker, dat is ook heel erg moeilijk. Ik kan me voorstellen dat je hun huwelijk niet wilt verstoren, maar ben jij dan degene die het verstoort?”
“Nee, dat is Hans, maar om zomaar tegen Roos te zeggen ‘Weet je wat ik gezien heb….’ is ook zowat. Maar niks zeggen, dat kan ik ook niet!”
“Nee, dat begrijp ik. En zie je misschien nog een andere optie?”
“Ik zou het met Kees kunnen bespreken wat wijsheid is, maar dat durf ik niet zo goed; Kees en Hans zijn dikke matties.”
“En als je het nou eens aan Hans voorlegt? Hem rustig voorlegt wat je wanneer en waar gezien hebt…? En hem dan vraagt wat dat te betekenen heeft. Het gaat er per slot om dat je hem toen gezien hebt.”
“Daar heb ik nog niet aan gedacht. Maar wat moet ik hem dan zeggen?”
“Precies zoals het is. Wat je gezien hebt, waar en wanneer. En dan kan je hem vragen of hij dat aan jou, maar ook aan Roos kan uitleggen.”
“En als hij ontkent, wat dan?”
“ Misschien kan je hem dan zeggen dat hij een week de tijd krijgt om het te overdenken en het aan Roos te vertellen, voordat jij het met Roos gaat delen. Hoe lijkt dat?”
“Spannend, maar wel een goed idee; dan weet hij, dat ik het weet en dan kan hij zelf schoon-schip maken, tenminste dat hoop ik dan.”
“Ja, laten we hopen dat het werkt.”

John en Carolien Polderman – Götte, huisartsen